Grieks: aanwijzende voornaamwoorden

Aanwijzende voornaamwoorden
In deze les herhaal je:
- 3 verschillende aanwijzende voornaamwoorden
- de rijtjes van deze aanw. vnw.
- het verschil tussen deze aanw. vnw.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aanwijzende voornaamwoorden
In deze les herhaal je:
- 3 verschillende aanwijzende voornaamwoorden
- de rijtjes van deze aanw. vnw.
- het verschil tussen deze aanw. vnw.

Slide 1 - Tekstslide

Aanwijzende voornaamwoorden
NL: 2 aanwijzende voornaamwoorden:
-  dit en deze (dichtbij) 
- dat en die (ver weg)

Grieks: 3 aanwijzende voornaamwoorden:
- ὁδε, ἡδε, τοδε: deze en dit (hier bij mij / het volgende)
- οὑτος, αὑτη, τουτο: die en dat (daar bij jou / de laatstgenoemde)
- ἐκεινος, ἐκεινη, ἐκεινο: die en dat (daar ver weg / de eerstgenoemde)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Plaatsing
bijvoeglijk:
ὅδε ὁ ἀνήρ / ὁ ἀνὴρ ὅδε deze man
αὕτη ἡ στρατιά / ἡ στρατιὰ αὕτη dat leger
ἐκεῖνο τὸ ἔργον / τὸ ἔργον ἐκεῖνο dat werk (daar)

zelfstandig:
Τὸν φίλον ζητῶ· οὗτος δ᾽ οὐ πάρεστιν. Ik zoek mijn vriend; maar die is niet aanwezig.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de passende vorm van het aanwijzend voornaamwoord?
του ὑψηλου οὐρανου
A
τουτο
B
τουτον
C
τουτου
D
ταυτης

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de passende vorm van het aanwijzend voornaamwoord?
το ἰσχυρον σωμα
A
ἐκεινο
B
ἐκεινα
C
ἐκεινος
D
ἐκεινον

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de passende vorm van het aanwijzend voornaamwoord?
τῳ σοφῳ δολῳ
A
τονδε
B
τῳδε
C
τοδε
D
τουδε

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de passende vorm van het aanwijzend voornaamwoord?
ταις καθαραις ἐσθησιν
A
ταυτα
B
ταυταις
C
ταυτας
D
ταυτῃ

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de passende vorm van het aanwijzend voornaamwoord?
τον μεγαν ποδα
A
τουτον
B
ταυτην
C
τουτο
D
οὑτος

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de passende vorm van het aanwijzend voornaamwoord?
ἡ αἰσχρα δικη
A
ταυτα
B
τουτο
C
αὑται
D
αὑτη

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de passende vorm van het aanwijzend voornaamwoord?
της μεγαλης σοφιας
A
ταισδε
B
τασδε
C
τησδε
D
τῃδε

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de passende vorm van het aanwijzend voornaamwoord?
τα φιλα τεκνα
A
ἐκεινη
B
ἐκεινα
C
ἐκεινο
D
ἐκεινην

Slide 14 - Quizvraag

κορην
πατρος
δορυ
ἐργα
γυναιξιν
πραγματι
ποδας
τουτῳ
τοδε
ἐκεινου
τουτους
ἐκεινα
ταυτην
ταισδε

Slide 15 - Sleepvraag

Heb je nog vragen of opmerkingen? Of zou je nog ergens mee willen oefenen?

Slide 16 - Open vraag