7.3 Hoe rijk zijn wij?

7.3 Hoe rijk zijn wij?
Hoofdstuk 7 Hoe groot is onze wereld?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.3 Hoe rijk zijn wij?
Hoofdstuk 7 Hoe groot is onze wereld?

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een van de belangrijkste gebieden waarop de Europese Unie samenwerkt?
A
Cultureel gebied
B
Milieugebied
C
Politiek gebied
D
Economisch gebied

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het doel van protectiemaatregelen in de handel?
A
Stimuleren van internationale samenwerking
B
Bevorderen van economische groei
C
Vergroten van exportmogelijkheden
D
Beschermen van Europese bedrijven tegen concurrentie

Slide 4 - Quizvraag

Wat is vrijhandel tussen EU-landen?
A
Verplichte handelstarieven tussen EU-landen
B
Beperkingen op export van goederen
C
Bedrijven betalen geen invoerrechten bij exporteren

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel EU-landen hebben op dit moment de euro?
A
20
B
25
C
15
D
30

Slide 6 - Quizvraag

Begrippen paragraaf 7.2
  • Europese Unie (EU)
  • Invoerrechten
  • Protectie
  • Vrijhandel
  • Eurozone

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 7.3
  • Je kunt kenmerken van ontwikkelingslanden noemen.
  • Je weet hoe je de welvaart van landen kunt vergelijken.
  • Je kunt het inkomen per hoofd van de bevolking berekenen.
  • Je kunt uitleggen wat een vicieuze cirkel is.

Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkelingslanden
Landen waar vele armoede, een slechte gezondheidszorg en weinig onderwijs is, noem je ontwikkelingslanden.
Het grootste probleem in de landen is armoede.
Daardoor zie je in deze landen:
  • Ondervoeding
  • Hoge kindersterfte 
  • Analfabetisme
  • Weinig artsen
  • Kinderarbeid

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn de kenmerken van ontwikkelingslanden?
A
Ondervoeding, lage kindersterfte, hoge artsenratio
B
Armoede, slechte gezondheidszorg, weinig onderwijs
C
Hoge welvaart, goede gezondheidszorg, veel onderwijs
D
Rijke bevolking, hoge levensverwachting, hoge alfabetiseringsgraad

Slide 10 - Quizvraag

Klassikaal opdracht 40

Slide 11 - Tekstslide

Welvaart
  • Een land heeft veel welvaart als de inwoners in veel behoeften kunnen voorzien.
  • Het is best lastig om te bepalen of er veel of weinig welvaart is in een land.
  • Je kunt kijken naar het nationaal inkomen, dat zijn alle inkomens bij elkaar. Alleen is dit lastig om te vergelijken tussen landen.
  • Daarom kijken we liever naar het inkomen per hoofd van de bevolking. Dat is het gemiddelde inkomen per inwoner.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe wordt het nationaal inkomen?
A
Bruto binnenlands product
B
Gemiddeld inkomen per inwoner
C
Totale belastinginkomsten
D
Alle inkomens bij elkaar

Slide 13 - Quizvraag

Klassikaal opdracht 42

Slide 14 - Tekstslide

Inkomen per hoofd berekenen

Slide 15 - Tekstslide

Klassikaal opdracht 43

Slide 16 - Tekstslide

Vicieuze cirkel
  • Voor ontwikkelingslanden is het moeilijk om uit de problemen te komen.
  • Vaak zitten zij in een vicieuze cirkel.
  • Dat is een situatie waarin de oorzaak van het ene probleem weer een gevolg is van een ander probleem.
  • Er is hulp van buitenaf nodig om de vicieuze cirkel te doorbreken.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Klassikaal vraag 47

Slide 19 - Tekstslide

Wat kenmerkt een vicieuze cirkel?
A
De oorzaak van het ene probleem is een gevolg van een ander probleem.
B
De problemen verdwijnen vanzelf.
C
De problemen hebben geen invloed op elkaar.
D
Er is geen hulp van buitenaf nodig.

Slide 20 - Quizvraag

Begrippen paragraaf 7.3
  • Ontwikkelingslanden
  • Welvaart
  • Inkomen per hoofd van de bevolking
  • Vicieuze cirkel

Slide 21 - Tekstslide

Je kunt nu
  • Je kunt kenmerken van ontwikkelingslanden noemen.
  • Je weet hoe je de welvaart van landen kunt vergelijken.
  • Je kunt het inkomen per hoofd van de bevolking berekenen.
  • Je kunt uitleggen wat een vicieuze cirkel is.

Slide 22 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 7.3: 38, 39, 40, 42, 43, 44, 45, 47, 49 en 51 
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 7.3
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 7.3

 

timer
25:00

Slide 23 - Tekstslide