Inkomen

Inkomen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Introductie

In deze les leer je wat economie is. Je leert over huishoudens die keuzes maken en hoe ze een geld komen. Ook leer je over productiefactoren en de beloningen die daarbij horen.

Onderdelen in deze les

Inkomen

Slide 1 - Tekstslide

huishouden
Elke eenheid die zelfstandig economische beslissingen neemt. Dat kan een gezin zijn, of een alleenstaande, een samenwonend paar, maar ook de overheid of een bedrijf.


Slide 2 - Tekstslide

economische beslissingen
Keuzes die te maken hebben met behoeften die je hebt en middelen (zoals tijd en geld) waarmee je deze kunt vervullen. In hoeverre je in je behoeften kunt voorzien zegt iets over jouw welvaart.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe kom je aan geld?
  • primair inkomen (inkomen door bijvoorbeeld te werken, komt vanuit de beloningen van productiefactoren)
  • overdrachtsinkomen (bijvoorbeeld zakgeld en uitkeringen, geen tegenprestatie nodig)

Slide 4 - Tekstslide

Consumeren
Het kopen van goederen of diensten om je behoeften te vervullen.

Slide 5 - Tekstslide

Produceren

Het maken van goederen en het produceren van diensten.


Slide 6 - Tekstslide

Productiefactoren
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Alle beloningen van de productiefactoren samen vormen het primaire inkomen van een huishouden

Slide 9 - Tekstslide

omrekenen van maand naar week en van week naar maand
Van maand naar week: x 12 / 52
Van week naar maand: x 52 / 12
Dus altijd naar een jaar en dan naar maand of week.

Slide 10 - Tekstslide

hoe was het ook al weer?
Een jaar heeft:
- 52 weken
- 12 maanden
- 4 kwartalen
En een kwartaal bestaat uit 3 maanden


Slide 11 - Tekstslide

Consumeren bij economie is
(Meerdere antwoorden)
A
Het eten van je lunch
B
Met de taxi naar de stad gaan
C
Het kopen van een tv
D
Een dagje naar het strand

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van overdrachtsinkomen?
A
Dat krijg je van je ouders als je klusjes in huis doet
B
Dat is de beloning voor de productiefactoren.
C
Dat moet je betalen aan de overheid
D
Je hoeft er geen tegenprestatie voor te leveren.

Slide 13 - Quizvraag

Jildert verdient iedere maand 150 euro, van zijn ouders krijgt hij 30 euro per maand, per jaar krijgt hij 160 euro aan rente van zijn spaarrekening.
Hoeveel primair inkomen ontvangt Jildert per kwartaal?

Slide 14 - Open vraag

extra uitleg

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video