Medische discipline: zoals artsen, specialisten (bijv. cardiologen, neurologen), en physician assistants.
Verpleegkundig en verzorgend personeel: verpleegkundigen (op verschillende niveaus, zoals niveau 4 en 6), verzorgenden, en verpleegkundig specialisten.
Paramedische disciplines: zoals fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, diëtisten, en maatschappelijk werkers.
Psychosociale zorgverleners: psychologen, psychiaters, psychotherapeuten, en maatschappelijk werkers.
Technische en ondersteunende disciplines: laboranten, radiologen, operatie-assistenten, en apothekersassistenten.
Begeleiders en sociaal werkers: werken vooral in de langdurige zorg en gehandicaptenzorg en ondersteunen cliënten bij hun dagelijkse leven en sociaal welzijn.
.
Management en administratie: zoals zorgcoördinatoren, case managers, en administratieve medewerkers die helpen bij het plannen, organiseren, en coördineren van zorg.
Vrijwilligers: ondersteunen vaak in verpleeg- en verzorgingshuizen, hospices en soms ook in ziekenhuizen, en dragen bij aan het welzijn van de cliënt/patiënt.