3.5 afweer

Thema 3       De bloedsomloop

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 3       De bloedsomloop

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?

-Quiz
Uitleg basisstof 3.5
Aan het (huis)werk


Slide 2 - Tekstslide

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop

Slide 3 - Sleepvraag

Deze bloedsomloop haalt zuurstof op uit de longen
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop

Slide 4 - Quizvraag

Kleine bloedsomloop: Vul de onderdelen van de kleine bloedsomloop in de juiste volgorde.
Start met de ruimte vanuit het hart.

1
2
3
4
5
linkerboezem 

longen 

longslagader 

linkerkamer 

longader 

rechterboezem 

rechterkamer 

Slide 5 - Sleepvraag

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 6 - Sleepvraag

Welke bloedsomloop begint in de linkerharthelft?
A
Grote Bloedsomloop
B
Kleine Bloedsomloop

Slide 7 - Quizvraag

Tot welke bloedsomloop hoort de aorta?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 8 - Quizvraag

Welke kant van het hart en de bloedsomloop is zuurstofrijk?
A
rechterkant
B
linkerkant
C
allebei de kanten
D

Slide 9 - Quizvraag

Wat scheidt de linker- en rechter harthelft?
A
Hart-tussenvlies
B
Hart-tussenspier
C
Hart-wand
D
Hart-tussenwand

Slide 10 - Quizvraag

Zuurstofrijkbloed komt het hart binnen in de
A
linker kamer
B
linker boezem
C
rechter kamer
D
rechter boezem

Slide 11 - Quizvraag

Waar zitten de hartkleppen?
A
Tussen de linker - en de rechterhelft van het hart
B
Tussen het hart en de aorta en longslagader
C
Tussen de boezems en kamers in het hart
D
In de aders die naar het hart toelopen

Slide 12 - Quizvraag

De hartkleppen zorgen ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt

Slide 13 - Quizvraag

noem 3 adviezen voor een gezonde leefwijze
A
wel roken, veel alcohol, eet ongezond en altijd hetzelfde
B
niet roken, weinig alcohol, eet gezond en gevarieerd, beweeg weinig
C
niet roken, weinig alcohol, eet gezond en gevarieerd
D
niet roken, weinig bewegen, weinig alcohol

Slide 14 - Quizvraag

Lesdoelen

  • Ik kan beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infectie
  • Ik kan omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie






Slide 15 - Tekstslide

lichaamsvreemd
Lichaamsvreemde stoffen = alle stoffen die niet in je lichaam thuis horen.

Denk aan: speeksel van een ander (door zoenen), gif, bacteriën, virussen, bloed van een ander.

Slide 16 - Tekstslide



  • Huid
  • Slijmvliezen/ trilharen
  • Maagsap
Bescherming
tegen een infectie
Bestrijden van een infectie (hebben we gehad)
Onschadelijk maken ziekteverwekker
Vorming antistoffen (zie filmpje)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

 1) ziekteverwekker in het lichaam --> je wordt ziek
2) antistoffen worden gemaakt -->  je wordt beter
1) ziekteverwek-ker komt voor de 2de keer in je lichaam
2) er worden veel sneller antistof-fen gemaakt en je wordt niet of veel minder ziek
immuun

Slide 19 - Tekstslide

Allergie =

overgevoeligheid voor bepaalde stoffen.
Zoals: pinda's, huisstof, dierenharen, stuifmeel, wespensteken.
Allergische reactie = reactie van het afweersysteem op de stof waar je overgevoelig voor bent.

Daardoor krijg je bijvoorbeeld een rode plek, huiduitslag, een branderig gevoel, jeuk of ontstekingen.

Slide 20 - Tekstslide

Aan het (huis)werk

Huiswerk:
-Lees blz. 190 t/m 192
-Maak basisstof 3.5 opdracht 1 + 2 + 4 + 7 + 8 (digitaal)









Slide 21 - Tekstslide