Woordenschat les 1 t/m 34

Woordenschat oefenen
Les 1 t/m 34


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 44 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat oefenen
Les 1 t/m 34


Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent het woord 'perforeren'?

Slide 2 - Open vraag

Maak een zin met het woord
'perforeren'
timer
3:00

Slide 3 - Open vraag

Wat betekent het woord 'bekokstoven'?

Slide 4 - Open vraag

Maak een zin met het woord
'bekokstoven'
timer
3:00

Slide 5 - Open vraag

Sleep de betekenis naar het juiste woord!
Voorstelling die 's middags of 's morgens plaatsvindt
In ruime mate
Sober
Afloop
ontroeren
Alleen
Raken
De ontknoping
De matinee
Ruimschoots
Minimalistisch
Enkel

Slide 6 - Sleepvraag

Welk woord past in de zin?

Voor haar nieuwe studie moest Julia allerlei boeken aanschaffen/afschaffen.

Slide 7 - Open vraag

Waar of niet waar?

Individualistisch betekent: beter zijn dan anderen
Gericht op afzonderlijke personen en eigen belangen boven het groepsbelang
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'de aftrap'?

Slide 9 - Open vraag

Maak een zin met het woord
'de aftrap'
timer
3:00

Slide 10 - Open vraag

Maak de zin af. Gebruik het woord voor de zin. Laat duidelijk de betekenis van het woord blijken met een toelichting.

(borrelen) Op het feestje van de buren ....

Slide 11 - Open vraag

Maak de zin af. Gebruik het woord voor de zin. Laat duidelijk de betekenis van het woord blijken met een toelichting.

(Destructief) Hij loste zijn problemen ....

Slide 12 - Open vraag

Sleep de betekenis naar het juiste woord!
De start of landing van een vliegtuig
Uit het hoofd spreken voor een publiek
Voedsel veranderen in stoffen die het lichaam opneemt
Kijker met twee lenzen waarmee je diepte kunt zien
Sterker worden
Altijd
De vliegbeweging
De stereoscoop
Verteren
Steevast
Aansterken
Voordragen

Slide 13 - Sleepvraag

Wat betekent het woord
'de catwalk'?

Slide 14 - Open vraag

Maak een zin met het woord
'de catwalk'
timer
3:00

Slide 15 - Open vraag