Spieren van het hoofd, hals

Spieren van het hoofd, hals en de romp
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Spieren van het hoofd, hals en de romp

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je benoemd de functies van de skeletspieren
  • Je onderscheid de verschillende spiergroepen van het hoofd
  • Je benoemd 
  • Je benoemd de 4 belangrijke halsspieren
  • Je benoemd de rug-, buik- en borstspieren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies van skeletspieren
  • beweging
  • handhaving van de lichaamshouding
  • ondersteuning 
  • bescherming
  • verwarming




Slide 3 - Tekstslide

Beweging: kan bewegen inzetten.
Handhaving: in zit kunnen blijven zitten. Alleen in diepe slaap volledige ontspanning en slap.
Ondersteuning: wangen en en buikwand.
Verwarming: hoge stofwisselingsniveau waardoor warmte gecreëerd wordt.
Spieren van het hoofd en hals
Hoofd:
Zitten vooral aan de voorzijde 
Speelt een rol bij de mimiek en ondersteunen de functie van ogen, neus en mond.

Hals:
Voor het rechtop houden en bewegen van het hoofd.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke hoofdspieren ken je?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofd
  • mimische spieren
  • kauwspieren (m. masseter, m. temporalis
    m.buccinator)
  • tongspieren
  • oogspieren



Slide 6 - Tekstslide

De mimische spieren brengen de gelaatsuitdrukkingen tot stand. Er zijn meer dan dertig mimische spieren. Ze zitten aan de schedel vast en eindigen in de huid.
De meest in het oog springende mimische spieren zijn:
de spieren op het voorhoofd, hiermee frons je je voorhoofd;
de spieren boven de wenkbrauwen, waarmee je je gezicht een verbaasde uitdrukking geeft;
de kringspieren rond de ogen, waarmee je je ogen vernauwt;
de kringspieren rond de mond, waarmee je je lippen tuit;
de spier die je bovenlip opheft, waarmee je glimlacht en ‘vies’ kijkt;
de spieren van de neus, waarmee je je neusvleugels opheft (‘neusvleugelen’).

De kauwspieren bewegen je onderkaak ten opzichte van de rest van de schedel. De twee sterkste kauwspieren zijn de kauwspier (m. masseter) en de slaapspier (m. temporalis). Je kunt deze twee spieren voelen bewegen als je je kaken op elkaar klemt. De derde kauwspier is de wangspier (m.buccinator). 

De tong bestaat uit een aantal tongspieren en is bekleed met tongslijmvlies. De basis van de tong zit vast aan het tongbeen.

Bewegingen van de oogbol komen tot stand door de zes oogspieren (musculi bulbi). De oogspieren komen achter in de oogbol samen. Daar zitten ze met pezen aan de oogkas vast.

Welke halsspieren ken je?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hals
In het halsgebied bevinden zich de volgende spieren:

  • rugstrekker (m. erector spinae) 
  • monnikskapspier (m. trapezius)
  • m. sternocleidomastoideus
  • spierteugels van het tongbeen



Slide 8 - Tekstslide

De rugstrekker (m. erector spinae) ligt aan de achterkant parallel aan de wervelkolom. De spier begint bij het bekken en eindigt bij het achterhoofdsbeen. De belangrijkste functies van de rugstrekker in het halsgebied zijn het hoofd rechtop houden en het hoofd laten bewegen.

de monnikskapspier (m. trapezius). Deze driehoekige spier zit vast aan het acromion van het schouderblad en waaiert uit in de richting van de wervelkolom. Daar is de spier verbonden met het achterhoofdsbeen en een aantal wervels. De functies van deze spier zijn strekken en buigen van de nek en het bewegen van de schouders.

Aan de voorkant van de hals is de spiermassa veel kleiner dan aan de achterkant. De belangrijkste halsspier is hier de musculus sternocleidomastoideus. Er is geen Nederlandse naam voor.

Met deze spier kun je je hoofd vooroverbuigen en draaien. Verder is het een hulpademhalingsspier die je gebruikt bij geforceerde inademing.

Binnenin de hals zitten drie groepen spieren die vanaf het tongbeen verschillende kanten uitlopen. 


Welke spieren van de romp ken je?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Spieren van de romp
De belangrijkste spieren van de romp zijn:

  • de rugspieren
  • de borstspieren
  • het middenrif
  • de buikspieren
  • de bekkenbodemspieren




Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rugspieren
  • rugstrekker (m. erector spinae) 
  • monnikskapspier (m. trapezius)
  • brede rugspier (m. latissimus dorsi)


Slide 11 - Tekstslide

m. trapezius en m. latissimus dorsi hebben voornamelijk dienst bij de bewegingen van de schouder.
Borstspieren
De belangrijkste spieren aan de borstkant zijn:

  • grote borstspier (m.pectoralis major)
  • kleine borstspier (m.pectoralis minor)
  • tussenribspieren (musculi intercostales)


Slide 12 - Tekstslide

Grote: bewegingen van de arm

Kleine: bewegingen van voornamelijk de schouder

Tussenribspieren: ademhalingsspieren.


Slide 13 - Video

Het middenrif (diafragma) vormt de scheiding tussen borstholte en buikholte. Het middenrif is koepelvormig. Het ‘dak’ van de koepel bestaat uit een brede platte pees. Dit wordt de peesplaat (centrum tendineum) genoemd. 

Er zitten drie openingen in het middenrif. In de peesplaat zit een doorgang voor de onderste holle ader. De middenrifspier heeft doorgangen voor de aorta en de slokdarm.

De buikspieren
  • rechte buikspier
    (m. rectus abdominis) 
  • dwarse buikspier
    (m. transversus abdominis).
  • binnenste schuine buikspier 
    (m. obliquus internus abdominis) 
  • buitenste schuine buikspier
     (m.obliquus externus abdominis)



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies