Je kunt de totale weerstand berekenen door de afzonderlijke weerstanden bij elkaar op te tellen (afbeelding 7). In formulevorm ziet dat er zo uit:
totale weerstand = weerstand 1 + weerstand 2 + ...
Rv = R1 + R2 + ...
Als je één weerstand van 100 Ω en één van 200 Ω in serie zet, hebben ze samen een weerstand van 300 Ω. Je kunt R1 en R2 dus vervangen door één weerstand van 300 Ω. Voor de rest van de schakeling maakt dat niets uit. Je zegt daarom dat R1 en R2 een vervangingsweerstand Rv van 300 Ω hebben.