H4 | paragraaf 5

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wiskunde A

In BM is er een wiskunde A klas

Krijgt uitleg en maakt vervolgens opdrachten op BM.

Wiskunde B

In BM is er een wiskunde B klas

In LessonUp vind je uitleg (herhaling)

 

Maak de oefeningen op BM.

Wiskunde A

De woorden van vandaag:

Centrummaten: Gemiddelde, modus en mediaan

Klassenindeling, modale klasse, frequentie

Modus 

Modus: Het getal dat het meest voor komt.

Als er twee getallen het meest voorkomen is er geen modus.

7, 8, 6, 6, 4, 9, 7, 6, 8 

Modus = 6 

7, 8, 6, 6, 4, 9, 7, 9, 8 

Modus = geen modus 

Mediaan

Mediaan: De getallen van klein naar groot zetten en dan het middelste getal opzoeken. 

Als er twee middelste getallen zijn, neem je het gemiddelde van deze getallen.

7, 8, 6, 6, 4, 9, 7, 6, 8 -> 4, 6, 6, 6, 7, 7, 8, 8, 9  Mediaan = 7

7, 8, 6, 6, 4, 9, 7, 6, 8, 4 -> 4, 4, 6, 6, 6, 7, 7, 8, 8, 9 Mediaan = 6,5 

​2​​6+7​​=6,5

Wat is de modus van deze getallen?
1, 8, 3, 3, 1, 1, 1, 7, 4, 1, 4, 4

1. 1
2. 3
3. 4
4. er is geen modus

Wat is de modus van deze getallen?
11, 20, 11, 20, 17, 21

1. 11
2. 17
3. 20
4. Er is geen modus

Wat is de mediaan van deze getallen?
1, 1, 5, 7, 9

1. 1
2. 5
3. 7
4. 9

Wat is hier de mediaan?
9, 3, 11, 12

1. 7
2. 10
3. 11
4. Er is geen mediaan

Hoeveelste getal is de mediaan?

Even aantal getallen;

Bijv. 100 getallen; 100:2 = 50

50e en 51e getal zijn de middelste getallen

Oneven aantal getallen;

Bijv. 75 getallen; (75+1) : 2 = 38

38e getal is het middelste getal

 

Hoeveelste getal/getallen is/zijn het middelste bij 55 waarnemingen?

Modus

Gemiddelde

Mediaan

Mediaan uit staafdiagram of tabel 

- Bepaal het aantal waarnemingen (alle frequenties optellen)

- Bepaal het middelste getal.

- Tel de frequenties op, tot je bij de mediaan bent, die waarneming is de mediaan.

4+9+2+2+1=18

Frequentie (aantal) is even.

18 : 2 = 9

9e en 10e getal zijn de middelste getallen

Mediaan = 15 jaar

aan de slag 

5.1 en 5.2

Voorbeelden

Groeifactor

Nieuw

Oud

Groeifactor=​oud​​nieuw​​

Nieuw=groeifactor×oud

Oud=​groeifactor​​nieuw​​

euro	700		588
%	100	1	84

euro	588		493,92
%	100	1	84

euro	493,92		414,89..
%	100	1	84

Percentage totaal = 414,8928 : 700 = 0,592704

of gr x gr x gr = 0,84 x 0,84 x0,84 = 0,592704

maandag 18 januari

5.3 en 5.4

Aan de slag

Maak 5.3 en 5.4!