Herhalings les periode 3 AFP
1 / 34
Lesduur is: 51 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Op welke manieren zou jij het gebruik van voeding en vocht stimuleren?
Slide 2 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Noem 5 aandachtspunten tijdens het helpen met eten.
Slide 3 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een weefsel?
A
Een groep cellen met een andere functie
B
Een groep organen met dezelfde functie
C
Een groep cellen met dezelfde functie
D
Een groep organen met dezelfde functie
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een AED?
Slide 6 - Woordweb
AED is de afkorting van Automatische Externe Defibrillator
Hartstilstand:
Hart stopt met rondpompen bloed maar de kamers van het hart trillen (fibrilleren).
Fibrilleren blokkeert het op gang komen van het pompen.
Door schock defibrilleren.
Hoe kan je hart- en vaatziekten voorkomen?
Voorkomen
Slide 7 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat gebeurd er als
je lang niet drinkt?
je lang niet drinkt?
Slide 8 - Woordweb
Dorst
Sufheid
Zwakte
Verwardheid
Minder zweten en plassen
Minder elasticiteit van de huid
Flauwvallen (verlaging bloeddruk)
Extra belasting hart
timer
1:00
wat is hartfalen
Slide 9 - Woordweb
tekort schieten van pompfunctie van het hart, ander woord decompensatie cordis.
Relatief tekort aan circulerend bloed
Waarom meet je de bloeddruk?
Slide 10 - Woordweb
Het geeft informatie over de gezondheidstoestand van de zorgvrager en over het functioneren en de toestand van het hart- vaatstelsel.
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
zenuwstelsel
Slide 14 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Welk onderdeel van het zenuwstelsel is geen onderdeel van het centraal zenuwstelsel
A
Ruggenmerg
B
Grote hersenen
C
Hersenstam
D
Zenuwen
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Als je parasympathische zenuwstelsel meer doet dan je sympatische zenuwstelsel, dan ben je...
A
in rust
B
in actie
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het motorische zenuwstelsel is een onderdeel van het ... zenuwstelsel.
A
Anatomische
B
Functionele
C
Perifere
D
Animale
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Waar denk je aan bij epilepsie?
Slide 19 - Woordweb
Epilepsie is een aandoening van het centrale zenuwstelsel.
De hersenen bestaan uit zenuwcellen.
Voor bepaalde processen worden elektrische prikkels doorgegeven met boodschapperstoffen (neurotransmitters).
De overdracht van de elektrische prikkels is verstoord.
Wat is een impuls?
A
een signaal uit de omgeving
B
een elektrisch signaal in de huid
C
een elektrisch signaal dat door zenuwen gaat
D
signaal in de hersenen
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat hoort bij het centrale zenuwstelsel?
A
De hersenen en de hersenzenuwen
B
De hersenzenuwen en de ruggenmergzenuwen
C
Het ruggenmerg en de hersenen
D
Het ruggenmerg en de ruggenmergzenuwen
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Gedrag ontstaat door prikkels. Wat is een prikkel?
A
Iets wat je ruikt, proeft, ziet of hoort
B
alles wat een mens doet
C
een handeling
D
een verandering van gedrag
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
waar begint je spijsvertering?
Slide 23 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is spijsverteren?
Slide 24 - Open vraag
Wat is spijsverteren?
Het verteren van voedsel tot stoffen die het lichaam kan opnemen.
Wat is de functie van de mondholte in de spijsvertering?
timer
1:00
Slide 25 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de route van de spijsvertering?
Slide 26 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de functie van de dikke darm bij de spijsvertering?
A
Voedingsstoffen uit je voedsel halen
B
Water en zouten uit je voedsel halen
C
Vitamine toevoegen aan je spijsvertering
Slide 27 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de functie van de dunne darm bij de spijsvertering?
Slide 28 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een positief vochtbalans?
Slide 29 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn oorzaken van dehydratie
A
Diarree, koorts, teveel transpireren
B
Koorts en obstipatie
C
Obstipatie en vocht vasthouden
Slide 30 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe controleer je de vochtbalans?
Slide 31 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Ouderen kunnen sneller uitdrogen omdat?
A
Dorstprikkel over gestimuleerd is
B
Ze oud zijn
C
Minder sterk dorstgevoel en bang voor incontinentie
Slide 32 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de grootste lichaamsslagader?
Slide 33 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de gangmaker van het hart?
A
Aorta
B
Sinusknoop
C
Hartspier
Slide 34 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
