6 Het parlement

6 Het parlement
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Introductie

Thema Politiek §6 Het parlement

Onderdelen in deze les

6 Het parlement

Slide 1 - Tekstslide

Eerste en Tweede Kamer
Tweede Kamer 
150 leden
Eerste Kamer 
75 leden
burgers
kiezen
kiezen
kiezen
burgers

Slide 2 - Tekstslide

De partijen in de Tweede Kamer vormen een fractie.
De fractie bestaat dus uit verschillende personen van dezelfde partij in de Tweede Kamer. 
Bijv: de PVV fractie, De NSC fractie

De fractie wordt voorgezeten door de fractievoorzitter.

Slide 3 - Tekstslide

coalitie en oppositie
coalitie
oppositie
steunt
andere ideeën
regering

Slide 4 - Tekstslide

Taken van het parlement
vraagt toestemming voor plannen aan
controleert

Slide 5 - Tekstslide

Wetgeving
minister
+
wetsvoorstellen
debat en stemming
Elk voorstel gaat eerst naar de Tweede Kamer. Kamerleden debatteren erover. Ze kunnen veranderingen voorstellen en als de meerderheid voorstemt, dan komt die aanpassing erin. Ze mogen ook zelf een wetsvoorstel indienen.
goedkeuren en aanvullen
goedkeuren
 De Eerste Kamer kijkt vooral of er geen fouten in staan en of de wet klopt met bijvoorbeeld afspraken met andere landen of met de regels in de grondwet. De Eerste Kamer mag een wetsvoorstel niet veranderen, maar alleen in zijn geheel goed- of afkeuren. Het werk van de Eerste Kamer is dus een soort laatste check.
stemming

Slide 6 - Tekstslide

Rechten bij wetgevende taak:

Stemrecht: Elk kamerlid mag stemmen over de verschillende wetsvoorstellen (Zowel eerste als tweede kamer)

Recht van amendement: Elk kamerlid mag delen van een wetsvoorstel veranderen. (Alleen tweede kamer)

Recht van initiatief: Elk kamerlid mag zelf wetsvoorstellen maken en die voorleggen aan de kamer. (Alleen tweede kamer)

Slide 7 - Tekstslide

Rechten bij de controlerende taak:

Vragenrecht: Kamerleden mogen mondeling of per brief vragen stellen aan ministers of staatssecretarissen.
Motierecht: De kamer vraagt de minister iets te doen. Hier wordt ook in de kamer op gestemd.
Recht van interpellatie: Kamerleden mogen een minister of staatssecretaris ter verantwoording roepen. Hij moet dan uitleg geven over het beleid. 30 Tweede Kamerleden moeten dit steunen.
Recht van onderzoek/Enquête recht: Er wordt een onafhankelijk onderzoek opgestart om te kijken of de regering grote fouten heeft gemaakt.
Budgetrecht: De Eerste en de Tweede Kamer hebben het recht om de jaarlijkse begrotingen van de ministeries wel of niet goed te keuren

Slide 8 - Tekstslide

Ministers moeten de Kamerleden op de hoogte houden van hun plannen. Dat is hun informatie en verantwoordingsplicht. Zij moeten verantwoordelijkheid nemen voor hun beleid. Dit wordt ook wel ministeriële verantwoordelijkheid genoemd. 

Als een minister veel fouten heeft gemaakt kan de kamer een motie van wantrouwen indienen. Als deze ook door coalitiepartijen wordt gesteund zal de minister meestal aftreden. Het kan ook zijn dat hierdoor een kabinetscrisis ontstaat en dat hierdoor het kabinet valt en er dus nieuwe verkiezingen komen.

Slide 9 - Tekstslide

Wie heeft in de praktijk het meeste invloed op een nieuw wetsvoorstel?
Minister
Tweede Kamer
Eerste Kamer
allemaal evenveel

Slide 10 - Sleepvraag

Taken van Parlement
wetgevende taak
  • Stemrecht
  • Recht van amendement
  • Recht van initiatief
  • Vragenrecht
  • Motierecht
  • Recht van interpellatie
  • Enquêterecht
controlerende taak

Slide 11 - Tekstslide

Noem drie rechten van de Tweede Kamer

Slide 12 - Open vraag

1

Slide 13 - Video

00:10
Met twee grondrechten zouden hier botsen?

Slide 14 - Open vraag