Het Geloof in Allah: De Uniciteit en Eigenschappen van Allah

Het Geloof in Allah: De Uniciteit en Eigenschappen van Allah

Leerdoelen

Op het einde van dit hoofdstuk kunnen/kennen de leerlingen:

1. voorbeelden geven die de uniciteit van Allah bewijzen.

2. opmerken dat Allah de Schepper is van het universum.

3. begrijpen dat Allah de mensen beschermt.

Wat weet je al over uiciteit van Allah?

Slide 1: Inleiding

Wat is het geloof in Allah? Het geloof in Allah is een centraal aspect van de islam. Het verwijst naar het geloof in één God, de Schepper van het universum.

Verwelkom de studenten en introduceer het onderwerp van de les.

Slide 2: Bewijzen over Uniciteit van Allah

Er zijn verschillende bewijzen die de uniciteit van Allah ondersteunen. Deze bewijzen tonen aan dat er geen andere godheid is dan Allah, de enige ware God.

Leg uit dat er bewijzen zijn die de uniciteit van Allah bevestigen.

Slide 3: Allah is de Schepper van het Universum

Allah is de Schepper van het universum. Hij heeft alles geschapen, zowel zichtbaar als onzichtbaar. Alles wat we zien en ervaren, is het resultaat van Zijn schepping.

Beschrijf de eigenschap van Allah als de Schepper van het universum.

Slide 4: Allah is de Levensgevende

Allah is de Levensgevende. Hij geeft leven aan alles wat leeft. Hij is degene die ons leven heeft geschonken en ons in stand houdt.

Beschrijf de eigenschap van Allah als de Levensgevende.

Slide 5: Allah is de Alziende

Allah is de Alziende. Hij ziet en kent alles, zelfs wat er in onze harten verborgen is. Niets is verborgen voor Hem.

Beschrijf de eigenschap van Allah als de Alziende.

Slide 6: Interactief Element - Discussie

Beschrijf een situatie waarin de uniciteit van Allah, Zijn scheppingskracht, Zijn gave van leven en Zijn alziendheid een rol spelen. Laat de studenten in groepen discussiëren en delen hun bevindingen.

Verdeel de klas in groepen en geef ze tijd om de discussie te voeren. Moedig ze aan om hun bevindingen te delen.

Slide 7: Eigenschappen van Allah

Samenvatting van de eigenschappen van Allah: Uniciteit, Schepper van het universum, Levensgevende, Alziende.

Herhaal de eigenschappen van Allah die in de les zijn besproken.

Slide 8: Quiz - Uniciteit van Allah

Geef een korte quiz om de kennis van de studenten te testen over de uniciteit van Allah. Gebruik vragen zoals: 'Wat betekent uniciteit van Allah?' en 'Waarom is het geloof in de Uniciteit van Allah belangrijk in de islam?'

Geef de studenten tijd om de quizvragen te beantwoorden en bespreek daarna de antwoorden.

Slide 9: Quiz - Schepper van het Universum

Geef een korte quiz om de kennis van de studenten te testen over de eigenschap van Allah als Schepper van het universum. Gebruik vragen zoals: 'Wie heeft het universum geschapen?' en 'Wat betekent het dat Allah de Schepper is?'

Geef de studenten tijd om de quizvragen te beantwoorden en bespreek daarna de antwoorden.

Slide 10: Quiz - Levensgevende

Geef een korte quiz om de kennis van de studenten te testen over de eigenschap van Allah als Levensgevende. Gebruik vragen zoals: 'Wie geeft leven aan alles wat leeft?' en 'Wat betekent het dat Allah de Levensgevende is?'

Geef de studenten tijd om de quizvragen te beantwoorden en bespreek daarna de antwoorden.

Slide 11: Quiz - Alziende

Geef een korte quiz om de kennis van de studenten te testen over de eigenschap van Allah als Alziende. Gebruik vragen zoals: 'Wat betekent het dat Allah de Alziende is?' en 'Wat betekent het dat Allah alles ziet en kent?'

Geef de studenten tijd om de quizvragen te beantwoorden en bespreek daarna de antwoorden.

Slide 12: Reflectie

Laat de studenten nadenken over wat ze hebben geleerd. Vraag hen om op te schrijven wat ze het meest interessant of belangrijk vonden aan het geloof in Allah en Zijn eigenschappen.

Geef de studenten tijd om na te denken en hun reflecties op te schrijven.

Slide 13: Vragen en Antwoorden

Beantwoord vragen van studenten over het geloof in Allah en Zijn eigenschappen.

Zorg ervoor dat je vragen van studenten beantwoordt en eventuele misvattingen verduidelijkt.

Slide 14: Bronnen

Vermeld de bronnen die zijn gebruikt voor deze les, zodat studenten verder kunnen lezen en onderzoeken.

Vermeld de bronnen die je hebt gebruikt voor deze les.

Slide 15: Afsluiting

Bedank de studenten voor hun deelname en moedig hen aan om verder te leren over het geloof in Allah en zijn eigenschappen.

Bedank de studenten voor hun deelname en moedig hen aan om verder te leren over het onderwerp.

Slide 16: Optioneel - Video

Toon een kort educatief videofragment dat het geloof in Allah en zijn eigenschappen illustreert.

Zoek een geschikte video die het onderwerp verder versterkt en deel het scherm om het met de studenten te bekijken.

Slide 17: Optioneel - Gastdocent

Nodig een gastdocent uit om meer te vertellen over het geloof in Allah en zijn eigenschappen. Zorg ervoor dat ze de nadruk leggen op de uniciteit van Allah en zijn rol als Schepper, Levensgever en Alziende.

Organiseer een gastdocent om dieper in te gaan op het onderwerp en de studenten een andere perspectief te bieden.

Slide 18: Optioneel - Groepsactiviteit

Plan een groepsactiviteit waarbij studenten kunnen samenwerken en leren over het geloof in Allah en zijn eigenschappen. Dit kan bijvoorbeeld een presentatie zijn, het maken van een poster of het uitvoeren van een toneelstuk.

Bedank de studenten voor hun deelname en moedig hen aan om verder te leren over het onderwerp.

Slide 19: Optioneel - Klassendiscussie

Faciliteer een klassendiscussie over het belang van het geloof in Allah en hoe dit ons leven en onze keuzes beïnvloedt. Moedig studenten aan om hun gedachten en ervaringen te delen.

Start een discussie en moedig studenten aan om actief deel te nemen en hun gedachten te delen.

Slide 20: Optioneel - Creatieve Uitdaging

Geef de studenten een creatieve uitdaging waarbij ze hun begrip van het geloof in Allah en zijn eigenschappen kunnen uitdrukken. Dit kan bijvoorbeeld een gedicht, een lied, een kunstwerk of een verhaal zijn.

Geef de studenten tijd om creatief te zijn en hun begrip van het onderwerp uit te drukken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.