Klas 2 le corps/le visage, imparfait, description physique

week 9 2 HAVO
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

week 9 2 HAVO

Slide 1 - Tekstslide

week 9 Klas 2 h/v

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video


Slide 4 - Open vraag


Slide 5 - Open vraag


Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video


Slide 8 - Open vraag


Slide 9 - Open vraag


Slide 10 - Open vraag


Slide 11 - Open vraag


Slide 12 - Open vraag

Combinez les couleurs
jaune
bleu
noir
gris
rouge
vert
blanc
orange
rose
brun /
marron
violet

Slide 13 - Sleepvraag

Tijden die we kennen...
présent: tegenwoordige tijd



passé composé: voltooid tegenwoordige tijd


ER
-e
-es
-e
-ons
-ez
-ent
je
tu 
il/elle/on
nous
vous 
ils/elles
RE
-s
-s
-
-ons
-ez
-ent
IR
-is
-is
-it
-issons
-issez
-issent
Altijd twee werkwoorden: hulpwerkwoord AVOIR + voltdooid deelwoord
ER
RE
-u
IR
-i

Slide 14 - Tekstslide

Nieuwe tijd: Imparfait
onvoltooid verleden tijd
Voorbeeld: ik rende, wij keken, jullie hadden

Altijd in 2 stappen werken!

Slide 15 - Tekstslide

Imparfait
Stap 1: maak de nous-vorm van het werkwoord - ons
regarder ----> regardons -----> regard = stam

Stap 2: Uitgangen imparfait

je          regard
tu         regard
il/elle   regard
nous    regard
vous     regard
ils/alles regard
ais
ais
ait
ions
iez
aient

Slide 16 - Tekstslide

welke tijd zie je hier?
j'ai regardé
A
présent
B
imparfait
C
passé composé

Slide 17 - Quizvraag

welke tijd zie je hier?
tu regardes
A
présent
B
imparfait
C
passé composé

Slide 18 - Quizvraag

welke tijd zie je hier?
nous regardions
A
présent
B
imparfait
C
passé composé

Slide 19 - Quizvraag

welke tijd zie je hier?
ils vendaient
A
présent
B
imparfait
C
passé composé

Slide 20 - Quizvraag

welke tijd zie je hier?
il a vendu
A
présent
B
imparfait
C
passé composé

Slide 21 - Quizvraag

welke tijd zie je hier?
tu vends
A
présent
B
imparfait
C
passé composé

Slide 22 - Quizvraag

Geef de 6 uitgangen van de imparfait. Plaats een enter tussen elke uitgang

Slide 23 - Open vraag

Wat betekent
je parlais

Slide 24 - Open vraag

Wat betekent
nous nagions

Slide 25 - Open vraag

Wat betekent
il regardait

Slide 26 - Open vraag

Wat betekent
tu vendais

Slide 27 - Open vraag

6

Slide 28 - Video

00:40
Qui est-ce?

Slide 29 - Open vraag

01:02
Qui est-ce?

Slide 30 - Open vraag

01:23
Qui est-ce?

Slide 31 - Open vraag

01:51
Qui est-ce?

Slide 32 - Open vraag

02:18
Qui est-ce?

Slide 33 - Open vraag

02:46
Qui est-ce?

Slide 34 - Open vraag