Examen oefenen

Examenopdrachten
  • Examen 2018 2e tijdvak
  • 1e lesuur zelfstandig maken vanaf vraag 25: WO2
  • 2e lesuur bespreken
  • toets pww: gebaseerd op oude examens
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Examenopdrachten
  • Examen 2018 2e tijdvak
  • 1e lesuur zelfstandig maken vanaf vraag 25: WO2
  • 2e lesuur bespreken
  • toets pww: gebaseerd op oude examens

Slide 1 - Tekstslide

25
  • B

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

26
  • maximumscore 1
Uit het antwoord moet blijken dat het hier gaat om de Slag om Engeland / the Battle of Britain.

Slide 5 - Tekstslide

27
  • maximumscore 1
  • Voorbeeld van een juist antwoord is (één van de volgende):
  • − De kerkleiders hadden een grote aanhang (en die zou in verzet kunnen komen).
  • − De bezetter wilde zo weinig mogelijk weerstand oproepen bij de Nederlandse bevolking.
  • − De bezetter hoopte de bevolking te winnen voor het nationaal-socialisme.

Slide 6 - Tekstslide

28
  • maximumscore 2
  • Voorbeeld van een juist antwoord is:
  • • Alleen met behulp van distributiebonnen kon een burger (legaal/minder duur dan op de zwarte markt) voedsel/goederen kopen 1
  • • en dat was nadelig voor onderduikers, omdat zij zich niet (in het openbaar) konden/wilden melden/legitimeren (terwijl dat wel nodig was om aan bonnen te komen)

Slide 7 - Tekstslide

29
  • maximumscore 1
  • Voorbeeld van een juist antwoord is:
  • Goed om in functie te blijven, want dan konden ze nog (een beetje) invloed uitoefenen/verzet plegen/orde en rust bewaren / want een NSB-er als burgemeester zou harder/fanatieker optreden

Slide 8 - Tekstslide

30
  • maximumscore 2
  • Bij toespraak 1 hoort Stalin.
  • Bij toespraak 2 hoort Roosevelt.
  • Bij toespraak 3 hoort Churchill.
  • indien drie antwoorden juist 2
  • indien twee antwoorden juist 1
  • indien minder dan twee antwoorden juist 0

Slide 9 - Tekstslide

31
  • Eerst 3, dan 1 en ten slotte 2.
  • Opmerking
  • Er is maar één juiste volgorde.

Slide 10 - Tekstslide

32
  • maximumscore 1
  • Uit het antwoord moet blijken dat het gaat om de capitulatie/overgave van Japan.

Slide 11 - Tekstslide

33
  • 33 maximumscore 2
  • • (onderdeel) 3 1
  • • (onderdeel) 5 1

Slide 12 - Tekstslide

34
  •  C

Slide 13 - Tekstslide

35
 maximumscore 1
  • Uit het antwoord moet blijken dat het gaat om een verwijzing naar de Tweede Wereldoorlog/de Duitse bezetting van Nederland.

Slide 14 - Tekstslide

36
  • maximumscore 2
  • Voorbeeld van een juist antwoord is:
  • • militair bondgenootschap: NAVO 1
  • • economische organisatie: EGKS / (E)EG 1

Slide 15 - Tekstslide

37
  • D

Slide 16 - Tekstslide

38
  • Eerst 1, dan 3, daarna 5, vervolgens 2 en ten slotte 4.
  • Opmerking
  • Als door het weglaten van één foutief geplaatst nummer een verder foutloze reeks ontstaat, wordt 1 scorepunt toegekend.

Slide 17 - Tekstslide

39
  • maximumscore 2
  • • 1965-1970: de Praagse Lente 1
  • • 1985-1990: het (begin van het) einde van communistisch Oost-Europa / Fluwelen Revolutie 1

Slide 18 - Tekstslide

40
  • 40 maximumscore 2
  • Voorbeeld van een juist antwoord is:
  • • optimisme vanaf 1989 (één van de volgende): 1
  • − het einde van de Koude Oorlog
  • − het uiteenvallen van de Sovjet-Unie
  • − de eenwording van Duitsland
  • • het verdwijnen van het optimisme vanaf 2001 (één van de volgende): 1
  • − de (terroristische) aanslagen (in New York) van 9 september 2001
  • − de opkomst van internationaal terrorisme
− het toenemen van internationale spanningen

Slide 19 - Tekstslide

41
  • B

Slide 20 - Tekstslide

42
  • C

Slide 21 - Tekstslide

43
  • D

Slide 22 - Tekstslide

44
  • maximumscore 1
  • Uit het antwoord moet blijken dat de bewering juist is, omdat bellen naar landen binnen de Europese Unie goedkoper is dan bellen naar landen buiten de Europese Unie.

Slide 23 - Tekstslide

45
  • maximumscore 2
  • Bij foto a hoort titel 6 (= Pools-Duitse grens).
  • Bij foto b hoort titel 2 (= de Berlijnse Muur).
  • Bij foto c hoort titel 3 (= de Dodendraad).
  • Bij foto d hoort titel 4 (= gevangenenkamp opgezet na de aanslag op 11-9).
  • Bij foto e hoort titel 5 (= het IJzeren Gordijn).
  • Bij foto f hoort titel 1 (= Auschwitz).
  • indien zes antwoorden juist 2
  • indien vijf of vier antwoorden juist 1
indien minder dan vier antwoorden juist 0

Slide 24 - Tekstslide

46
  • maximumscore 2
  • Eerst c, dan a, daarna f, vervolgens letter e, daarna b en ten slotte d.
  • Opmerking
  • Als door het weglaten van één foutief geplaatst nummer een verder foutloze reeks ontstaat, wordt 1 scorepunt toegekend

Slide 25 - Tekstslide

Tel je punten op!
N-term 0.9

Slide 26 - Tekstslide

0 1.0
1 1.2
2 1.5
3 1.8
4 2.1
5 2.4
6 2.6
7 2.9
8 3.2
9 3.5
10 3.8
11 4.1
12 4.4
13 4.7
14 5.0
15 5.3
16 5.5
17 5.8
18 6.1
19 6.4
20 6.7
21 7.0
22 7.3
23 7.6
24 7.9
25 8.2
26 8.4
27 8.7
28 9.0
29 9.3
30 9.6
31 10.0

Slide 27 - Tekstslide