Uit het antwoord moet blijken dat het hier gaat om de Slag om Engeland / the Battle of Britain.
Slide 5 - Tekstslide
27
maximumscore 1
Voorbeeld van een juist antwoord is (één van de volgende):
− De kerkleiders hadden een grote aanhang (en die zou in verzet kunnen komen).
− De bezetter wilde zo weinig mogelijk weerstand oproepen bij de Nederlandse bevolking.
− De bezetter hoopte de bevolking te winnen voor het nationaal-socialisme.
Slide 6 - Tekstslide
28
maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Alleen met behulp van distributiebonnen kon een burger (legaal/minder duur dan op de zwarte markt) voedsel/goederen kopen 1
• en dat was nadelig voor onderduikers, omdat zij zich niet (in het openbaar) konden/wilden melden/legitimeren (terwijl dat wel nodig was om aan bonnen te komen)
Slide 7 - Tekstslide
29
maximumscore 1
Voorbeeld van een juist antwoord is:
Goed om in functie te blijven, want dan konden ze nog (een beetje) invloed uitoefenen/verzet plegen/orde en rust bewaren / want een NSB-er als burgemeester zou harder/fanatieker optreden
Slide 8 - Tekstslide
30
maximumscore 2
Bij toespraak 1 hoort Stalin.
Bij toespraak 2 hoort Roosevelt.
Bij toespraak 3 hoort Churchill.
indien drie antwoorden juist 2
indien twee antwoorden juist 1
indien minder dan twee antwoorden juist 0
Slide 9 - Tekstslide
31
Eerst 3, dan 1 en ten slotte 2.
Opmerking
Er is maar één juiste volgorde.
Slide 10 - Tekstslide
32
maximumscore 1
Uit het antwoord moet blijken dat het gaat om de capitulatie/overgave van Japan.
Slide 11 - Tekstslide
33
33 maximumscore 2
• (onderdeel) 3 1
• (onderdeel) 5 1
Slide 12 - Tekstslide
34
C
Slide 13 - Tekstslide
35
maximumscore 1
Uit het antwoord moet blijken dat het gaat om een verwijzing naar de Tweede Wereldoorlog/de Duitse bezetting van Nederland.
Slide 14 - Tekstslide
36
maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• militair bondgenootschap: NAVO 1
• economische organisatie: EGKS / (E)EG 1
Slide 15 - Tekstslide
37
D
Slide 16 - Tekstslide
38
Eerst 1, dan 3, daarna 5, vervolgens 2 en ten slotte 4.
Opmerking
Als door het weglaten van één foutief geplaatst nummer een verder foutloze reeks ontstaat, wordt 1 scorepunt toegekend.
Slide 17 - Tekstslide
39
maximumscore 2
• 1965-1970: de Praagse Lente 1
• 1985-1990: het (begin van het) einde van communistisch Oost-Europa / Fluwelen Revolutie 1
Slide 18 - Tekstslide
40
40 maximumscore 2
Voorbeeld van een juist antwoord is:
• optimisme vanaf 1989 (één van de volgende): 1
− het einde van de Koude Oorlog
− het uiteenvallen van de Sovjet-Unie
− de eenwording van Duitsland
• het verdwijnen van het optimisme vanaf 2001 (één van de volgende): 1
− de (terroristische) aanslagen (in New York) van 9 september 2001
− de opkomst van internationaal terrorisme
− het toenemen van internationale spanningen
Slide 19 - Tekstslide
41
B
Slide 20 - Tekstslide
42
C
Slide 21 - Tekstslide
43
D
Slide 22 - Tekstslide
44
maximumscore 1
Uit het antwoord moet blijken dat de bewering juist is, omdat bellen naar landen binnen de Europese Unie goedkoper is dan bellen naar landen buiten de Europese Unie.
Slide 23 - Tekstslide
45
maximumscore 2
Bij foto a hoort titel 6 (= Pools-Duitse grens).
Bij foto b hoort titel 2 (= de Berlijnse Muur).
Bij foto c hoort titel 3 (= de Dodendraad).
Bij foto d hoort titel 4 (= gevangenenkamp opgezet na de aanslag op 11-9).
Bij foto e hoort titel 5 (= het IJzeren Gordijn).
Bij foto f hoort titel 1 (= Auschwitz).
indien zes antwoorden juist 2
indien vijf of vier antwoorden juist 1
indien minder dan vier antwoorden juist 0
Slide 24 - Tekstslide
46
maximumscore 2
Eerst c, dan a, daarna f, vervolgens letter e, daarna b en ten slotte d.
Opmerking
Als door het weglaten van één foutief geplaatst nummer een verder foutloze reeks ontstaat, wordt 1 scorepunt toegekend