Must = moeten
All passengers must show their passport.
(Alle passagiers moeten hun paspoort laten zien.)
Must --> ook voor officiële regels; het is sterker dan ‘have to’
Mustn’t: je moet iets niet doen / het mag niet
--> You mustn’t spread gossip about other people. (Degene die dit zegt vindt dat je dit echt niet moet doen.)