Metaal, Flessenopener
1 / 31
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Wat is de grondstof voor staal?
A
Ijzer
B
Ijzererts
C
Staal
D
Metaal
Slide 5 - Quizvraag
Waar vind je dit ijzererts?
A
In de aardkorst
B
In grotten
C
In mijnen
Slide 6 - Quizvraag
Waar gaat het schip met ijzererts heen?
A
Brazilië
B
Noordzee
C
TATA steel in Ijmuiden.
Slide 7 - Quizvraag
Hoe voorkomen ze het opstuiven van het materiaal?
A
Auto's wassen
B
Alles nat houden en schoonspuiten
C
Banden natspuiten
D
Hoeft niet want het waait niet
Slide 8 - Quizvraag
Wat gebeurt er als eerste met de ijzererts?
A
Word gesmolten tot vloeibaar ijzer
B
Word in een mal gegoten voor staal
C
Word lava van gemaakt
Slide 9 - Quizvraag
Ijzererts is zandachtig materiaal, wat maken ze ervan voor ze dit gaan smelten?
A
Het vuur doven, ijzererts erin en opnieuw opstoken
B
Brokken wat ze sinter en/of pellets noemen
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen sinter en pellets?
A
Pellets zijn brokken, sinter zijn knikkers
B
Er is geen verschil
C
Sinter zijn brokken en pellets zijn knikkers
Slide 11 - Quizvraag
Kooks en erts (sinter of pelleterts) worden tegelijk in de oven gegoten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Bij Welke temperatuur smelt de ijzererts?
A
2200°C
B
1200°C
C
2300°C
D
1800°C
Slide 13 - Quizvraag
Wanneer wordt de oven open geboord en afgetapt?
A
Wanneer er voldoende gesmolten ruwijzer is
B
Wanneer de temperatuur gedaald is
C
Wanneer de temperatuur hoog genoeg is
Slide 14 - Quizvraag
Waarom word er staalschroot toegevoegd?
A
Zodat er meer staal gemaakt kan worden
B
Zodat de temperatuur hoger oploopt
C
Omdat dit op gemaakt moet worden
D
Zodat de temperatuur niet te hoog oploopt
Slide 15 - Quizvraag
Waarom blaast de lans zuurstof in het bad?
A
Om het koolstof gehalte te bepalen in het staal
B
Om het staal af te koelen
C
Om de vloeibare massa te geleiden
Slide 16 - Quizvraag
Waar kun je allemaal staal vinden?
Slide 17 - Woordweb
Wat word er gedaan met de gassen die vrijkomen?
A
Deze gaan via de schoorsteen naar buiten
B
Deze worden als brandstof gebruikt
C
Deze worden opgeslagen in gasflessen
Slide 18 - Quizvraag
Waar zorgt de verdeelbak voor?
A
Dat er voldoende staal aanwezig is in de fabriek
B
Dat het staal vloeibaar blijft
C
Dat het vloeibare mengsel verdeeld word over de fabriek
D
Dat er voldoende staal in de gietinstallatie aanwezig is.
Slide 19 - Quizvraag
Door hoeveel voorwalsen gaat de plak?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 20 - Quizvraag
Wat word er bij de eerste voorwals bepaald?
A
De uiteindelijke breedte van de plak
B
De uiteindelijke dikte van de plak
C
De uiteindelijk lengte van de plak
Slide 21 - Quizvraag
Wat word er in de voorwalsen daarna gedaan?
A
De plak breedte van de plak word 1,5 meter gemaakt
B
De plak word breder gemaakt
C
De dikte van plak gaat van 22,5cm naar 3,5cm
Slide 22 - Quizvraag
Wat word er gedaan in de 7 eindwalsen?
A
De plak wordt dunner gerold tot minimaal 1,5mm
B
De plak wordt breder gerold tot maximaal 1,5m
C
De plak word uitgetrokken tot een lengte van 10m
Slide 23 - Quizvraag
Wat is het gietwals proces?
A
Een tijdrovend proces
B
Een proces waarbij gieten en walsen samen gaan
Slide 24 - Quizvraag
Hoe dik is de plak die uit de gietvorm komt?
A
4cm
B
5cm
C
6cm
D
7cm
Slide 25 - Quizvraag
Wat gebeurd er in de lange oven?
A
De plakken koelen langzaam af
B
De plakken worden op de gewenste wals temperatuur gebracht
C
De plakken worden geknipt op de juiste lengte
D
De plakken rollen tussen rollen die de buitenkant afkoelen
Slide 26 - Quizvraag
Wat gebeurd er in de wals sectie?
A
Met 2 voorwalsen en 5 eindwalsen word de plak uitgerold tot een dikte van circa 1mm
B
Met 5 voorwalsen en 2 eindwalsen word de plak uitgerold tot een dikte van circa 1mm
C
Met 2 voorwalsen en 5 eindwalsen word de plak uitgerold tot een dikte van circa 10mm
D
Met 5 voorwalsen en 2 eindwalsen word de plak uitgerold tot een dikte van circa 10mm
Slide 27 - Quizvraag
Wat gebeurd er met het vele water wat er tijdens het proces gebruikt word?
A
Deze word afgevoerd via de riolering
B
Deze word schoongemaakt en hergebruikt
C
Deze verdampt door de hitte van het staal
D
Hier beregenen ze de landerijen mee
Slide 28 - Quizvraag
Is elk staal geschikt voor verschillende doeleinden?
A
Ja
B
Nee
Slide 29 - Quizvraag
Wat gebeurd er als het staal koud na gewalst word?
A
Dan veranderd de oppervlakte, structuur en hardheid van het materiaal
B
Dan word het staal nog kouder
C
Dan word het staal korter
Slide 30 - Quizvraag
Als het staal klaar is bij het walsen wat gebeurd er dan met het plaatmateriaal?
A
Dan krijgt deze een kleurtje
B
Deze wordt opnieuw opgerold
C
Deze gaat naar de volgende fabriek
D
Deze wordt voorzien van een bescherming laag
