Paragraaf 5.4 deel 2
1 / 22
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer ben je werkloos?
Slide 3 - Open vraag
Hoe noem je de overheidsinstelling die je helpt een nieuwe baan te vinden en die beoordeelt of je recht hebt op een WW-uitkering?
Slide 4 - Open vraag
Er zijn periodes waarin het goed gaat met de economie en periodes waarin het slecht gaat. Hoe noem je deze golfbeweging van de economie?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Computersystemen hebben bij banken en verzekeringsmaatschappijen het werk van veel administratief personeel overbodig gemaakt
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
Slide 11 - Quizvraag
Door de coronacrisis zijn mensen bang om hun baan kwijt te raken, hierdoor kopen ze veel minder producten
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Tekstslide
Veel bedrijven verplaatsen hun productie naar lagelonenlanden
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Frictiewerkloosheid
D
Regionale werkloosheid
Slide 18 - Quizvraag
De vraag naar producten is gedaald. Hierdoor is Arno werkloos geworden. Van welke vorm van werkloosheid is hier sprake?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Frictiewerkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Structurele werkloosheid
Slide 19 - Quizvraag
Leg met een voorbeeld uit wat seizoenswerkloosheid is
Slide 20 - Open vraag
Welke drie soorten werkloosheid kunnen tegelijkertijd voorkomen met conjuncturele of structurele werkloosheid?
Slide 21 - Open vraag
Deze vragen heb ik nog over de les:
