2.1 wetenschap en politiek in de Griekse stadsstaat
KA: ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadsstaat
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
2.1 wetenschap en politiek in de Griekse stadsstaat
KA: ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadsstaat
Slide 1 - Tekstslide
De democratie in Athene
Bedacht door Kleistenes
directe democratie
Alleen mensen met burgerrecht waren betrokken bij de democratie - mannen - geen slaven - in Athene geboren
Slide 2 - Tekstslide
2.2 Cultuur in het Romeinse Rijk
de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich door Europa verspreidde
de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet hoe het Romeinse wereldrijk ontstond
Je begrijpt hoe het keizerrijk zich ontwikkelde
Je weet hoe de Grieks-Romeinse cultuur ontstond
Je weet hoe de Grieks-Romeinse cultuur werd verspreid
Slide 4 - Tekstslide
Het Romeinse Rijk
Koninkrijk → Republiek → Keizerrijk
Toen het Romeinse Rijk een republiek was, regeerden twee consuls en een senaat. Onder leiding van deze republiek begon de expansie van het Romeinse Rijk.
Slide 5 - Tekstslide
Het Romeinse Rijk
De stadsstaat Rome was uitgegroeid tot een imperium.
Oorzaken:
verslagen volkeren mochten Romeins burger worden
verslagen volkeren mochten (gedeeltelijk) hun eigen cultuur behouden
verslagen volkeren moesten ook dienen in het leger
Slide 6 - Tekstslide
Het Romeinse keizerrijk
Na verloop van tijd werden legeraanvoerders te machtig.
Gevolg: burgeroorlogen tussen legeraanvoerders.
→ Julius Caesar.
Na moord Julius Caesar kwam er een keizerrijk olv Augustus.
Slide 7 - Tekstslide
Pax Romana
Tijdens het keizerrijk genoot het rijk van een rustige periode van 2 eeuwen: de Pax Romana.
Gevolgen:
bevordering welvaart
groei handel en ontstaan geldeconomie
aanleg infrastructuur
verspreiding Grieks-Romeinse cultuur en vormentaal = romanisering
Slide 8 - Tekstslide
Reconstructie van het Forum Romanum zoals het er tijdens het Romeinse Rijk moet hebben uitgezien.
Slide 9 - Tekstslide
Slaven stoken vuren voor de vloerverwarming en warme ruimten.
Een gezonde geest in een gezond lichaam: de Romeinen vonden sport en hygiëne erg belangrijk.
Er waren gescheiden ruimten voor mannen en vrouwen.
Ook hier weer latrines, de gezamenlijke toiletten.
Baden en ruimten waren er in allerlei temperaturen: van het koude frigidarium tot het snikhete laconium: een soort sauna
Hier bevond zich een gewoon zwembad, zoals je dat tegenwoordig ook kent.
Slide 10 - Tekstslide
Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.
Slide 11 - Tekstslide
Hoe kon het Romeinse Rijk zo groot worden?
A
Door de handel
B
Door een sterk leger
C
Door de macht van de rijke families
D
Omdat een keizer aan de macht stond
Slide 12 - Quizvraag
Tijdens welke bestuursvorm was het Romeinse Rijk het grootst?
A
Keizerrijk
B
Republiek
C
Koninkrijk
D
Monarchie
Slide 13 - Quizvraag
Het Romeinse Rijk was een
A
landbouwsamenleving
B
landbouwstedelijke samenleving
Slide 14 - Quizvraag
In het Romeinse rijk was er godsdienstvrijheid
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Onder wie werd het Romeinse Rijk een keizerrijk?
A
Julius Caesar
B
Brutus
C
Augustus
D
Cleopatra
Slide 16 - Quizvraag
Zoek enkele hedendaagse voorbeelden op van de klassieke Grieks-Romeinse cultuur
Slide 17 - Open vraag
oude Stadhuis in Utrecht, 1826
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Wanneer is een bron betrouwbaar?
1. Wie was/is de auteur?
Wat is zijn/haar beroep/functie?
Zou de auteur partijdig kunnen zijn?
Overdrijft de maker van de bron of heeft deze een reden om niet de waarheid te zeggen?
2. Wat voor soort bron is het?
Een dagboek of persoonlijke brief?
Een krantenartikel of een bron die openbaar is? Wat is het doel van de openbare bron?
Staan er vooral feiten of meningen in?
Met andere woorden, wat is de intentie van de maker en kan je dat vertrouwen?