H1/2 les 18-9 Afsluiten H1, Grieken

Wat gaan we deze les doen?
opdrachten bespreken
Uitleg feedbacktoets
Beginnen met H2
Herhalen H1
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?
opdrachten bespreken
Uitleg feedbacktoets
Beginnen met H2
Herhalen H1

Slide 1 - Tekstslide

Vul hier het antwoord van paragraaf 1, opdracht 4a in.

Slide 2 - Open vraag

Vul hier het antwoord in van paragraaf 2 5b.

Slide 3 - Open vraag

Vul hier het antwoord op paragraaf 3 opdracht 1a in.

Slide 4 - Open vraag

Hoofdstuk 1
  • Paragraaf 1.1: Het leven van jagers-verzamelaars en de Neolithische revolutie
  • Paragraaf 1.2: Hoe ontwikkelden de dorpen van Mesopotamië naar steden?
  • Paragraaf 1.3: Hoezo spreken we van een staat bij het oude Egypte?

Slide 5 - Tekstslide

Feedbacktoets
Leren 10 tijdvakken + jaartallen + tijdvakiconen
Andere tijdsindelingen 
Leren tijdvak 1 (Hoofdstuk 1)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Tijdlijn van Hoofdstuk 1
Beschrijf wat er gebeurd bij de ontwikkeling van een dorp naar een stad.
Wat defenieert een natiestaat?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Tijd van Grieken en Romeinen
3000 v.Chr.- 500 n.Chr.

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
  • De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
  • De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
  • De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich over Europa verspreidde.
  • De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
  • De ontwikkeling van het jodendom en christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.

Slide 11 - Tekstslide

Waarom heet tijdvak 2 de tijd
van de Grieken de Romeinen

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Griekenland
Verdeeld in veel stadstaten met elk hun eigen bestuur.
Mesopotamië
In de tijd van de Grieken regeerden in Mesopotamië de Perzen.

Slide 15 - Tekstslide

Griekse 
stadstaten
  • Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende manieren bestuurd

  • Ze hebben wel vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden

  • De bekendste poleis waren Athene en Sparta

  • Waarom dan geen natiestaat?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Griekse Stadstaten (2)
De Griekse cultuur verspreidde zich erg snel.
Door hongersnoden werden er veel koloniën gesticht.
Hierdoor kwamen de Grieken in contact met vele andere volken.
Waaronder de Feniciërs. 
Op het schrift van de Feniciërs baseerde de Grieken hun alfabet

Slide 18 - Tekstslide

Tirannie
Democratie
Monarchie
Aristocratie

Slide 19 - Sleepvraag

Sparta
  • De edelen hebben de macht (aristocratie)
  • Inwoners maakten aanspraak op burgerschap (mits actief in het leger)
  • Oorlog en het leger zijn belangrijk
  • Kinderen krijgen een zware, Spartaanse opvoeding

Slide 20 - Tekstslide

Tirannie 
Grijpt met geweld de macht 
Alleenheerser 

Pisistratos (547- 527 v.Chr.)

Hippias (527-510 v.Chr.)

Slide 21 - Tekstslide


De Atheense 
democratie




  • In Athene was het volk de baas
  • Er werd gestemd over belangrijke beslissingen.

Slide 22 - Tekstslide

Kleisthenes
  • Democratische hervormingen 500 v.Chr.
  • Alle vrije mannelijke burgers van Athene hebben directe inspraak.
  • Ostracisme wordt ingesteld

Slide 23 - Tekstslide

Ostracisme
  • Schervengerecht
  • 6000 leden van de volksvertegenwoordiging stemmen om iemand voor 10 jaar te verbannen uit de stad.

Slide 24 - Tekstslide


De Atheense 
democratie




  • Vrije mannelijke burgers hadden het voor het zeggen.

Slide 25 - Tekstslide

Einde machtige stadstaten
- Het samenwerken tegen de Perzische koning versterkte het Griekse zelfbewustzijn
- Na deze oorlogen of bondgenoot van Athene of van Sparta.
- Peloponnesische oorlogen tussen Athene en Sparta.
- In 338 v chr. zelfstandigheid definitief verloren door overname van de Macedonische koning Philippos en daarna zijn zoon Alexander. 
- Onder Alexander de Grote werd een gebied dat van Egypte tot aan India verovert.
- Hierdoor verspreidde de Griekse cultuur zich nog verder (hellenisme) 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Verklaren
  • Vanaf 600 v.C.: mythen én wetenschap = systematisch onderzoeken van de werkelijkheid en die verklaren m.b.v. eigen waarneming en logisch redeneren
  • Filosofen:
    - Socrates
    - Plato
    - Aristoteles

Slide 28 - Tekstslide

Wetenschappelijk denken
Natuur en gezondheid
  • Thales: oerstof
  • Democritos: atoma
  • Hippocrates: ziekte
Denken over de mens en de samenleving
  • Herodotos
  • Plato
  • Socrates

Slide 29 - Tekstslide

De grot van Plato

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Hippocrates, De heilige ziekte
Deze ziekte is naar mijn mening in geen enkel opzicht goddelijker dan andere ziekten. Net als andere ziekten is ze te genezen, tenzij de ziekte chronisch is geworden en krachtiger dan de toegepaste medicijnen. Het is erfelijk, net als andere ziekten. Een duidelijk bewijs dat deze ziekte niet goddelijker is dan andere ziekten is het feit dat flegmatische [onverstoorbaar kalme] mensen er erg bevattelijk voor zijn, terwijl het cholerische [driftige] mensen niet treft. Als die ziekte inderdaad goddelijker zou zijn dan de andere, dan zou die iedereen op dezelfde manier moeten treffen en zou het geen verschil mogen maken of iemand meer slijm of meer gele gal heeft. Nee, de oorzaak van deze aandoening ligt uiteindelijk in de hersenen, net als bij andere zeer ingrijpende ziekten.
--> leg uit waarom dit een voorbeeld is van wetenschappelijk denken in de 5e eeuw v.C.
--> de theorie is nu achterhaald. waarom is de theorie qua methode toch wetenschappelijk?

Slide 32 - Tekstslide

Wetenschap in Alexandrië
Door veroveringen Alexander de Grote: verspreiding van de Griekse wetenschap.
Museion in Alexandrië.

Slide 33 - Tekstslide

Opdrachten

Maak van de examentrainer (blz 30): opdracht 1 op het stencil en lever deze in. 
Maak daarna de opdracht 'mamoetenjacht' in teams om te oefenen met de stof van tijdvak 1. 

Slide 34 - Tekstslide