KA 9: De verspreiding van het christendom in geheel Europa

KA 9: de verspreiding van het christendom in geheel Europa
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

KA 9: de verspreiding van het christendom in geheel Europa

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Kenmerken
Verkorte versie: Verspreiding van het christendom
Tijdvak: Tijd van Monniken & Ridders
Jaartallen: 500-1000
Periode: Middeleeuwen
Samenleving: Landbouwsamenleving
Invalshoek: cultuur, politiek
Mindmap: kerstening, missionaris, Bonifatius & Willibrord, klooster


Slide 3 - Tekstslide

Gebeurtenis: Bonifatius bij Dokkum vermoord (754). De heilige Bonifatius wordt ook wel de apostel van de Duitsers en de architect van het christelijke West-Europa genoemd. De geestelijke stichtte een groot aantal kloosters. Niet iedereen was blij met zijn werk. Volgens de overlevering werd Bonifatius op 5 juni 754 bij Dokkum door heidense Friezen vermoord.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Leerdoelen
  • De leerling kan de hiërarchische opbouw van het christendom beschrijven.
  • De leerling kan het verschil tussen de geestelijke- en wereldlijke macht benoemen.
  • De leerling kan de tweezwaardenleer uitleggen.
  • De leerling kan oorzaken noemen waarom het christendom in Europa na 500 groeit.
  • De leerling kan beschrijven hoe de paus en vorsten samenwerkten bij de kerstening.
  • De leerling kan beschrijven hoe grote kloosters een rol speelden in het feodalisme .
  • De leerling kan de problemen voor het christendom benoemen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Vragen van betekenis
Is aanpassing een teken van vitaliteit of zwakte?
Kijkend naar het vroege christendom en andere religies, zien we dat het moeilijk is om een nieuwe geloofsovertuiging puur en onveranderd aan mensen op te leggen. Vaak worden elementen van bestaande religies samengevoegd met de nieuwe leer. Het lijkt erop dat religies die zich aanpassen aan nieuwe volgelingen langer kunnen blijven bestaan en sterker zijn. Maar soms leidt al die aanpassing ook tot verwatering en verlies van oorspronkelijke betekenis, wat uiteindelijk kan leiden tot fragmentatie en minder belangstelling voor religie. Dus, is aanpassing een teken van vitaliteit of zwakte? Dat is een vraag waar we verschillende antwoorden op kunnen vinden.

Slide 15 - Tekstslide

Test jezelf

Slide 16 - Tekstslide

Welk kenmerkend aspect pas bij deze bron?
Bonifatius (ca 675-754) aartsbisschop van Mainz, trekt in 754 naar Friesland om de Friezen te bekeren tot het christendom. Hij spreekt met een groep eerder bekeerde Friezen af aan de oever van het riviertje de Boorne in de buurt van Dokkum.

Slide 17 - Open vraag

Lees de bron hiernaast.
Waarom past het verhaal over Benedictus goed bij het kenmerkend aspect van deze paragraaf?

Slide 18 - Open vraag

- Waarom probeerden missionarissen eerst een bondgenootschap te sluiten met een Germaanse vorst?
- Noem een andere maatregel die bijdroeg aan de verspreiding van het christendom.

Slide 19 - Open vraag

Uit deze beschrijving kun je concluderen dat Rollo en aartsbisschop Franco vanuit hun eigen belangen de doop van Rollo willen laten plaatsvinden.

Licht dit toe door aan te geven:
• welk belang Rollo heeft bij de doop en
• welk belang de aartsbisschop heeft bij de doop en
• welke boodschap de schrijvers van de kroniek met dit verhaal willen uitdragen.

Slide 20 - Open vraag