Les 20 (28-11)

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Les 20

Frans 

le 28 novembre

Programme

• Lesdoelen
• Presentie
• Frans feitje
• Huiswerkcontrole
• Getallen t/m 50
• Lire B
• Au travail!
• Afsluiting
• Devoirs

Lesdoelen

Na de les...

...heb je kennis van de getallen t/m 50

...kun je een Franse menukaart begrijpen.

...ken je woorden die te maken hebben met eten en drinken.

Presentie

- Frans feitje -

Frankrijk is een echt kaasland​

 

In Nederland eten we veel kaas, maar in Frankrijk doen ze er een schepje bovenop. Wist je dat er ongeveer 1200 soorten kaas in Frankrijk worden gemaakt? Comté is hierin de populairste kaas in Frankrijk. Een unieke bergkaas die tot wel 40 kilo kan wegen!

Husiwerkcontrole

Wanneer jullie zelf aan de slag gaan, zal ik langslopen om het huiswerk na te kijken.

- Ex. 10a, b, ex. 11a, b, c et ex. 12a

Getallen t/m 20: deel I

Jullie weten ongetwijfeld nog de getallen t/m 20.

Laten we deze eens herhalen met elkaar.

Sleep de getallen naar de juiste plaats op de lineaal :

treize

trois

zéro

six

onze

seize

vingt

Les nombres de 20-50: deel II

Weten jullie nog?

De getallen van 20 t/m 50 maak je door eerst het tiental te noemen en dan een getal van 1-9. 

De tientallen zijn dus als volgt:

20 = vingt

30 = trente

40 = quarante

50 = cinquante

Un jeu: het cijferspel

On va jouer un jeu:

- Ga naast je stoel staan met je ogen dicht.

- Concentreer je goed. Jullie tellen met de hele klas van 20 tot 40.

- Iemand noemt een cijfer, maar je weet niet van te voren wie.

- Noem vervolgens om de beurt een cijfer t/m 40 in de juiste volgorde. 

- Wanneer meerdere leerlingen tegelijkertijd het nummer noemen. begin 

   je als klas weer opnieuw. 

- Probeer zo snel mogelijk tot de 40 te komen.

Phrases Clés C

Kijk mee naar p.70. Jullie gaan leren hoe je iets besteld in het Frans. 

Lees mee met het blauwe blokje.

Speel nu zelf een situatie na aan de hand van exercice 14. 

Paragraphe C: 

Kijk mee op p.71.

Deel I van de tâche is iets bestellen op het terras. Jullie hebben al woorden geleerd met eten en drinken als thema in voca A en B. 

Nu gaan jullie de opdracht hiernaast in 3 rondes naspelen. Gebruik exact dezelfde structuur als de zinnen in het blauwe blokje.  

Afsluiting

Welke woorden vind je zoal op een menukaart?

Noem eens 2 zinnen die te maken hebben met iets bestellen op een terras. 

Devoirs

Apprendre (leren) vocabulaire B et les phrases Clés C