In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Onderzoek
Slide 1 - Tekstslide
Onderzoek doen
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Onderzoeksvraag
Een open vraag, eindigt op een vraagteken.
Bv: Wat is het effect van de aanwezigheid van muziek op het aantal eieren wat kip Roxy per dag legt?
Bv: Wat gebeurt er als je een rauw ei in kokend water legt?
Bv: Hoe kun je een zo goed mogelijk onderzoeksverslag maken?
Slide 5 - Tekstslide
Welke is beter: a. Hoeveel mieren eten liever van een suikerklontje dan van een stukje kaas? b. Komen mieren eerder naar een suikerklontje of naar een stukje kaas?
A
.
B
.
Slide 6 - Quizvraag
Ik wil weten wat er gebeurt met de melk als ik de koelkast open laat staan. Hoe formuleer je een goede onderzoeksvraag?
Slide 7 - Open vraag
Stel: Je moet onderzoek doen naar welke chocolade het meest gesnoept wordt in jouw klas.
Wat zou dan de
onderzoeksvraag kunnen zijn?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Het onderzoeksverslag
Je maakt het onderzoeksverslag af door de RESULTATEN, de CONCLUSIE en de DISCUSSIE bij je ONDERZOEKSVERSLAG te schrijven.
Jullie schrijven ALLEEN de onderzoeksvraag, hypothese en werkwijze (wat is je plan).
Slide 13 - Tekstslide
Waar gaat je onderzoeksverslag over?
Stel, je wilt zaadjes zaaien van een bepaalde plant (je mag kiezen welke). Je wilt onderzoeken in welke situatie het zaadje het snelste ontkiemt en het plantje het snelste groeit.
Vergelijk twee omstandigheden, zoals plantjes in het licht of in het donker, wel of geen mest, wel of geen water etc.
Schrijf in tweetallen een onderzoeksvraag, hypothese en werkplan (materiaal en werkwijze) van je onderzoek.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.