1. Deze hangt op het bord! Kijk daar op!
2. We hebben leerlingen die gaan vegen.
3. We hebben leerlingen die gaan blikken
4. We hebben leerlingen die de machines schoonzuigen.
5. We hebben leerlingen die met de containers achter de blikkers aanlopen.
6.We hebben leerlingen die gereedschappen ophangen.