8.3 revolutie

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Waarmee begon de Franse Revolutie?

1. Belastingverhoging van de koning
2. Bestorming Bastille
3. onthoofding van de koning
4. vlucht Willem V

Wat is een standenmaatschappij?

1. Iedereen in de samenleving is gelijk
2. De maatschappij is ingedeeld in groepen
3. Er waren verschillende groepen op gebied van werk
4. Er waren verschillende groepen met elk zijn eigen plaats en taak

Frankrijk was in de 18e eeuw een zogenaamde standenmaatschappij. Welke van de onderstaande zinnen over de standenmaatschappij is WAAR?

1. Alle standen moesten belasting betalen.
2. Alleen de eerste stand moest belasting betalen.
3. Alleen de derde stand moest belasting betalen.
4. De eerste stand en de tweede stand moesten belasting betalen.

De standenmaatschappij bestond uit 3 standen. Welke stand(en) had(den) de minste rechten?

1. De eerste stand: De geestelijken
2. De tweede stand: De edelen
3. De derde stand: De boeren en burgers
4. Alle standen hadden even veel rechten.

Tussen welke jaren speelde de Franse Revolutie zich af?

1. Tussen 1790 en 1799
2. Tussen 1865 en 1875
3. Tussen 1769 en 1789
4. Tussen 1789 en 1799

Welke volgorde is de juiste volgorde van de standen in de standenmaatschappij? (1e naar 3e)

1. edelen - geestelijken - burgers en boeren
2. burgers en boeren - edelen - geestelijken
3. geestelijken - edelen - burgers en boeren
4. edelen - burgers en boeren - geestelijken

Franse Revolutie

• Begon op 14 juli 1789
• Lodewijk XVI heeft de absolute macht: Hij nam alle beslissingen zelf en hoefde aan niemand verantwoording af te leggen.
• Burgers komen in opstand, omdat ze teveel belastingen moesten betalen en mee wilden beslissen over wetten.

Bekijk de afbeeldingen.
Waarom heet dit tijdvak
Pruiken en Revoluties?

Sleep de gebeurtenissen in de juiste volgorde. 

Burgers bestormen de gevangenis de Bastille.

De koning wordt afgezet en Frankrijk wordt een republiek.

Napoleon verliest de slag bij Waterloo.

Lodewijk XVI sterft op het schavot.

Napoleon wordt tot keizer van Frankrijk gekroond.

Een paar hoofdrolspelers...

Guillotine

Lodewijk XIV

Napoleon Bonaparte

Het Franse rijk van Napoleon bestaat uit een aantal landen, waaronder Nederland. Wie benoemt Napoleon tot koning van Nederland?

Napoleon benoemt zijn broer Lodewijk Napoleon tot koning van de Nederlanden. Op dat moment is Nederland voor het eerst een koninkrijk. 

1. Willem van Oranje
2. Lodewijk Napoleon
3. Hemzelf

Wie was Napoleon?

1. Een Franse priester die voor de derde stand opkwam
2. Een Franse soldaat die wereldberoemd werd door zijn krijgskunst
3. Een Franse generaal die de macht overnam in Frankrijk en keizer werd
4. Een Franse edelman die het oneens was met de koning

Wanneer was Napoleon aan de macht in Frankrijk?

1. 1799 - 1815
2. 1870 - 1889
3. 1914 - 1918
4. 1939 - 1945

Wat gebeurt er met Napoleon?

1. Hij wordt vermoord
2. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon
3. Hij wordt verbannen naar Elba, een eiland in de middenlandse zee.
4. Hij blijft gewoon aan de macht, maar heeft nu minder macht

Wat was de Code Napoleon

1. Een gedragscode
2. Een oorlogsverslag
3. Een geheime taal
4. Een wetboek

Wat was de achternaam van Napoleon?

1. De Leeuw
2. Zeus
3. Van Oranje
4. Bonaparte

Door Napoleon:

1. Gebruiken we maten als meter, liter en kilo in Nederland
2. Heeft iedereen in Nederland een achternaam moeten nemen
3. Rijden we rechts op de wegen in Nederland
4. Alle antwoorden zijn goed

Wie neemt na Napoleon de macht over in Nederland?

1. Koning Willem I
2. Koning Filips II van Spanje
3. Koningin Wilhelmina
4. Willem Alexander

Willen V was de stadhouder van de republiek der Nederlanden. Wat doet een stadhouder?

1. Voert het leger aan en neemt belangrijke beslissingen
2. Is een ander woord voor koning, neemt ALLE politieke beslissingen

Koning Willem 1 was koning van het Verenigd Koninkrijk

1. ja
2. nee

Had Willem 1 veel of weinig macht?

1. Veel
2. Weinig

Wanneer werd Willem 1 koning?

1. 1814
2. 1816
3. 1815
4. 1715

Waarom kreeg Nederland een nieuwe grondwet in 1848?

1. Koning Willem 2 was bang voor opstanden
2. Koning Willem 1 wilde niet dat belgië in opstand kwam
3. Koning Willem 3 was een gorilla
4. Koning Willem 4 was Alexander

Waarom liet Willem 2 de grondwet aanpassen?

1. Willen 2 vond dat het volk meer macht verdiende
2. Willem 2 was bang dat er een opstand zou komen
3. Willem 2 wilden de Belgen overhalen terug te komen
4. Willem 2 dacht dat hij meer macht kon krijgen

Waarom kreeg Nederland een nieuwe grondwet in 1848?

1. Koning Willem 2 was bang voor opstanden
2. Koning Willem 1 wilde niet dat belgië in opstand kwam
3. Koning Willem 3 was een gorilla
4. Koning Willem 4 was Alexander

Zet de begrippen bij de juiste periode (vóór de industriële revolutie of industriële revolutie)?

Industriële revolutie

vóór de industriële revolutie

fabrieken

huisnijverheid

landbouw

stoommachine

slechte werkomstandigheden

stad

platteland

Sleep het rondje naar de afbeelding van de industriële revolutie

Wat is de industriële revolutie? 

1. Van machines naar handwerk
2. Van handwerk naar machines

Wat deed een stoommachine?

1. Stoomkracht laten ontstaan waarmee je iets kunt laten bewegen.
2. Stoomkracht laten ontstaan waarmee je energie kan maken.
3. Stoomkracht laten ontstaan waarmee je steenkool uit de grond kan halen.
4. Stoom kracht laten ontstaan waarmee je energiebronnen kan maken.

Wat is een stoommachine?

1. Een machine die stoomt
2. Een machine die een wiel kon laten draaien

Wat is de industriële revolutie?

1. Milieuproblemen die ontstaan door de industrie
2. Een opstand van mensen die in fabrieken werkten
3. boeren die in de wintermaanden thuis stof weven
4. Grote verandering waarbij veel mensen in fabrieken gingen werken

Kinderarbeid was in de 19e eeuw niet gewoon.

1. juist
2. onjuist

Wanneer kwam er in Nederland definitief een einde aan kinderarbeid?

1. Met de leerplicht in 1901
2. Met het algemeen kiesrecht in 1919
3. Met het Kinderwetje van Van Houten in 1874
4. Met het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918

Waarom was er kinderarbeid?

1. De kinderen waren veel sterker dan nu en konden best werken.
2. De kinderen hadden niets te doen.
3. Kinderen moesten hun eigen schoolgeld betalen.
4. De kinderen moesten ook geld verdienen anders had een gezin te weinig.

Hoe kwam er een einde aan de kinderarbeid van kinderen onder de twaalf?

1. Het werd bij wet verboden.
2. Kinderen mochten niet meer betaald worden voor werk.
3. Kinderen moesten verplicht naar school tot hun 12e.
4. Er was te weinig werk dus werden kinderen niet meer aangenomen.