Les 3.1 3 havo

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

3.1 - Micro, macro en molecuulmodel

Benodigheden

- Schrift

- Pen, potlood

- Chromebook

LessonUp: 

JA!

Telefoons opbergen!

Leerdoelen 3.1:

1: Je kunt uitleggen wat de fase van een stof is met behulp van het 

molecuulmodel.

2: Je kunt het verschil tussen micro- en macroniveau uitleggen.

3:Je kunt uitleggen wat er gebeurt met moleculen tijdens faseovergangen.

Waar denk je aan bij
chemie in het klein?

Wat is een mengsel?

Je kunt uitleggen wat de fase van een stof is met behulp van het 

molecuulmodel.

1. Een model is een hulpmiddel
2. Je ziet een molecuul als een bolletje. 

Uitgangspunten molecuulmodel:

1. Elke stof bestaat uit kleine deeltjes: moleculen.
2. Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen.
3. Moleculen zijn altijd in beweging.
4. Moleculen trekken elkaar aan.

Macro en micro niveau

Macro en micro niveau

Micro of macro-niveau:

Een vloeistof kan bewegen.

1. Micro
2. Macro

Micro of macro-niveau:

De deeltjes van water liggen stil tegen elkaar aan.

1. Micro
2. Macro

Micro of macro-niveau:

Liza maakt een suspensie en ziet dat de vaste deeltjes naar beneden zakken.

1. Micro
2. Macro

Je kunt het verschil tussen micro- en macroniveau uitleggen.

Macro-niveau = Alles wat je kunt waarnemen en kunt meten. 

Je kunt het zien.

bv: het is een vaste stof

Micro-niveau = Verklaren wat je waarneemt op macro-niveau met behulp van modellen zoals het molecuulmodel. 

Je kunt het niet zien.

bv. Bij een gas bewegen de moleculen zeer snel.

Welke fasen en
(fase)overgangen ken je?

Faseovergangen

0

Als een stof warmer wordt, gaan de deeltjes...

1. Stilstaan
2. Sneller bewegen
3. Langzamer bewegen
4. Er gebeurt niets

Als deeltjes sneller gaan bewegen...

1. Gaan de deeltjes verder uit elkaar
2. Gaan de deeltjes dichter naar elkaar toe
3. Gaan de deeltjes aan elkaar plakken
4. Knappen sommige deeltjes kapot

Vaste stof

Macroniveau

- Moeilijk te vervormen

- Kan zich niet zelf verplaatsen

Microniveau

- De moleculen zitten heel dicht op elkaar, trillen. 

- Trekken elkaar heel sterk aan

Vloeistof

Macroniveau

- Vervormbaar

- Kan zich bewegen

- Moeilijk samen te persen

Microniveau

- De moleculen bewegen los van elkaar.

- Tussen de moleculen zit meer ruimte dan bij een vaste stof

Gas

Macroniveau

- Neemt vorm van het vat aan

- Makkelijk samen te persen

- Oefent druk uit op wanden

Microniveau

- De moleculen bewegen heel snel en staan ver uit elkaar

- Botsen vaak, oefenen daardoor druk uit

Leerdoelen 2.1:

1: Je kunt uitleggen wat de fase van een stof is met behulp van het 

molecuulmodel.

2: Je kunt het verschil tussen micro- en macroniveau uitleggen.

3:Je kunt uitleggen wat er gebeurt met moleculen tijdens faseovergangen.