Les 10 - V3 - clase de navidad

Kerstles - clase de Navidad
Clase de español - V3

jueves, 21 de diciembre de 2023
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Kerstles - clase de Navidad
Clase de español - V3

jueves, 21 de diciembre de 2023

Slide 1 - Tekstslide

Objetivo
Al final de la clase sé cuáles son las tradiciones de navidad en España

Slide 2 - Tekstslide

¿Qué significa la Navidad para ti?

Slide 3 - Woordweb

¿Qué sabes de la Navidad en España?

Slide 4 - Woordweb

La Navidad en España
La Navidad dura dos semanas y las fiestas más importantes son:

  • La Lotería (22 de dic
  • Nochebuena = kerstavond
  • Navidad = Kerstmis (25 dec)
  • Nochevieja  = Oudjaarsavond
  • Reyes Magos




Slide 5 - Tekstslide

¿Qué significa ''GORDO''
A
DUN
B
DIK
C
LANG
D
KORT

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

¿Qué es el Gordo en España?
A
La lotería más grande del año
B
Un árbol de Navidad muy grande
C
Papa Noel

Slide 8 - Quizvraag

El Gordo

De trekking van El Gordo is elk jaar op 22 december. Deze trekking is een grootschalige gebeurtenis die live op televisie wordt uitgezonden en door miljoenen mensen in heel Spanje wordt bekeken. Het duurt enkele uren en het is een groot feest vol met traditie

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

el 22 de diciembre
el 06 de enero
el 01 de enero
el 24 de diciembre
el 25 de diciembre
El 05 de enero
el 31 de diciembre
La lotería de la navidad
Navidad
Nochebuena
Nochevieja
El año nuevo
Día de reyes
Los reyes magos/ fin de navidad

Slide 11 - Sleepvraag

Un vídeo de Tío Spanish
Apunta las palabras (relacionadas a la Navidad) en tu cuaderno
Escribe también la traducción

Slide 12 - Tekstslide

9

Slide 13 - Video

El Tío Spanish ___ (decorar) su casa con un árbol de Navidad, unas bolas, guirnaldas, luces y muchos otros adornos.

Slide 14 - Open vraag

Belén significa...
A
kerstmis
B
kribbe
C
kerststal
D
kerstavond

Slide 15 - Quizvraag

El 24 de diciembre, los españoles (cenar)___, (comer)___ turrón, (brindar)___ con champán, (cantar) ___ villancicos
y (tocar)___ la pandereta y la zambomba.

Slide 16 - Open vraag

De Kerstman heet in het Spaans Papá Noel, maar Spaanse kinderen krijgen hun cadeautjes niet van hem, maar van...
A
de Drie Koningen
B
los Reyes Magos
C
Melchor, Gaspar & Baltasar
D
Sinterklaas

Slide 17 - Quizvraag

Wat is 'Nochevieja'?
A
el 31 de diciembre
B
el 24 de diciembre
C
el 5 de enero
D
El 6 de enero

Slide 18 - Quizvraag

Met welk feest kan je het feest van Reyes Magos vergelijken
A
Sinterklaas
B
Moederdag
C
Valentijnsdag
D
1 april

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heten de 3 koningen?
A
Rudolf, Ramón y Pedro
B
Melchor, Gaspar y Baltasar
C
Oviedo, León y Toledo
D
Rocinante, Babieca y Américo

Slide 20 - Quizvraag

Wat dragen Spanjaarden op oudjaarsdag voor geluk in het nieuwe jaar?
A
een hoedje
B
rode onderbroek
C
groene jas
D
hun gele vlag om hun schouders

Slide 21 - Quizvraag

Elke klokslag eten ze een...
A
druif
B
boontje
C
churro
D
tapa

Slide 22 - Quizvraag

Las doce uvas de suerte
Per klokslag een druif  eten en een wens doen!

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

¿Cuál es tu deseo para el año 2024?

Slide 25 - Woordweb

Kerst KAHOOT

Slide 26 - Tekstslide

Rodolfo
  • Villancico 
  • Luister naar het liedje en vul de gaten in 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Con mi burrito

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video