Past Simple (+/-/?)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Past Simple

Past Simple

Past simple?
Hoe maak je die
volgens jou?

Past simple

TODAY'S GOAL

Je kan in de verleden tijd vragende en 

ontkennende zinnen maken. 

Past Simple

gebruik / vorm / ezelsbruggetje

past simple: bevestigend

- Gebruik:
   - verleden > helemaal voorbij
   - je weet wanneer het gebeurde

   - het is afgesloten / afgerond

- Vorm:
    - regelmatige werkwoorden + ed
    - onregelmatige werkwoorden > 2e rijtje

past simple: bevestigend

- Gebruik:
   - verleden > helemaal voorbij
   - je weet waneer het gebeurde

   - het is afgesloten

past simple: 

vragend en ontkennend

- Vorm:
    - Did + hele werkwoord

Vragend:

past simple: 

vragend en ontkennend

- Vorm:
    - Did + hele werkwoord
      

- Vorm:
    - didn't (did not) + hele werkwoord

Vragend:

Ontkennend:

past simple: ezelsbruggetje

past simple: ezelsbruggetje

Waldy

When, Ago, Last ... , Days/Dates, Yesterday/Year

PAST SIMPLE

Je gebruikt de Past Simple in 3 soorten zinnen:

1. bevestigende zinnen

2. vragende zinnen (new!)

3. ontkennende zinnen (new!)

BEVESTIGENDE ZINNEN:

(regelmatige werkwoorden)

I WALKED

YOU WALKED

HE WALKED

SHE WALKED

IT WALKED

WE WALKED

THEY WALKED

MET HET WERKWOORD BE:

I WAS

YOU WERE

HE WAS

SHE WAS

IT WAS

WE WERE

THEY WERE

VRAGENDE ZINNEN:

DID I GO?

DID YOU GO?

DID HE GO?

DID SHE GO?

DID IT GO?

DID WE GO?

DID THEY GO?

ONTKENNENDE ZINNEN:

I DIDN'T BUY

YOU DIDN'T BUY

HE DIDN'T BUY

SHE DIDN'T BUY

IT DIDN'T BUY

WE DIDN'T BUY

THEY DIDN'T BUY

NA DID EN DIDN'T KOMT DUS ALTIJD HET HELE WERKWOORD!!

NIET: I DIDN'T LIKED THE GIRL

WEL: I DIDN'T LIKE THE GIRL

NIET: DID THE BOYS HAD A FIGHT?

WEL: DID THE BOYS HAVE A FIGHT? 

The past simple

What is the past simple of
"to brush"?

Put in the past simple.
"My parents cook
every weekend".

Put in the past simple:
I (play) football yesterday.

Use a past simple:
Danny _____ (visit) his grandmother yesterday.

Maak zelf een Past Simple zin met:
'Last summer'

Maak ONTKENNEND:
Erik visited his grandpa last night.

Maak VRAGEND:
I watched a movie yesterday.

Lesdoel: vragende + ontkennende zinnen.
Weet je nu hoe je ze moet maken?
Wat snap je nog niet?