Nectar Hfst 6 toets voorbereiding

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Kuweit is een land met een grote ecologische voetafdruk. Wat betekent dat?
A
De inwoners van Kuweit zijn milieubewust.
B
De inwoners van Kuweit maken veel gebruik van duurzame energie bronnen.
C
De inwoners van Kuweit gebruiken veel voedsel, grondstoffen en energie.
D
A en B zijn beide goed

Slide 3 - Quizvraag

Welke leefgewoonten spelen een belangrijke rol bij de grootte van de ecologische voetafdruk?

Slide 4 - Open vraag

Wat wordt bedoelt met de 'uitputting' van de aarde

Slide 5 - Open vraag

Hoe noemen we de 4 categorieën van organismen die we hier op de afbeelding zien?

Slide 6 - Open vraag

Welke taak heeft elke groep in de voedselkringloop. Sleep de juiste taken naar de juiste groep. 
Producenten
Consumenten
Reducenten
Maken voedingsstoffen door middel van fotosynthese
Gebruiken voedingsstoffen van de planten, geven voedingsstoffen door. 
Zetten voedingsstoffen om in mineralen, water en koolstofdioxide. 

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is een voorbeeld van de bio-industrie
A
Op een boerderij kippen varkens en koeien houden
B
Een kleine boerderij hebben
C
Een grote boerderij met veel verschillende dieren
D
Een grote boerderij met veel dezelfde dieren

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een monocultuur?
A
Het verbouwen van meerdere gewassen op een groot oppervlak.
B
Het verbouwen van vraatbestendige gewassen.
C
Het verbouwen van één gewas op een groot oppervlak.

Slide 9 - Quizvraag

Hoe ontstaat een plaag?

Slide 10 - Open vraag

Vermesting, overbemesting en waterbloei zijn allemaal woorden die hetzelfde betekenen.
A
Waar
B
Onwaar

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet het troebel worden van het water als gevolg van vermesting?
A
overbemesting
B
turbulentie
C
uitspoeling
D
waterbloei

Slide 12 - Quizvraag

Waterbloei ontstaat door?
A
teveel voedingsstoffen
B
te weinig voedingsstoffen
C
teveel dieren in het water
D
alledrie antwoorden zijn goed

Slide 13 - Quizvraag

Waardoor sterven uiteindelijk de waterdieren zoals vissen als er waterbloei heeft plaatsgevonden?
A
Door gebrek aan zonlicht
B
Door gebrek aan zuurstof
C
Door gebrek aan voedsel

Slide 14 - Quizvraag

Verzuring van het milieu wordt vooral veroorzaakt door gassen zoals ammoniak, stikstofoxide en zwaveldioxide.
Welk van deze afvalgassen is voornamelijk afkomstig uit de veeteelt?
A
Ammoniak
B
Stikstofoxide
C
Zwaveldioxide

Slide 15 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij verzuring?
A
ammoniak uit de bodem reageert met mest op het land tot zuur
B
ammoniak uit de bodem reageert met water in de bodem en lucht tot zuur
C
ammoniak uit mest reageert met water in de bodem en lucht tot zuur
D
ammoniak uit water reageert met mest in de bodem en lucht tot zuur

Slide 16 - Quizvraag

Wat gebeurd er bij het toepassen van genetische modificatie?

Slide 17 - Open vraag

Welke bewering is onjuist?
A
Het grootste deel van ons afval kunnen we hergebruiken.
B
Papier en plastic worden vooral verbrand.
C
Met warmte uit de vuilverbranding wordt elektriciteit opgewekt.
D
Bacteriën en schimmels breken een deel van het zwerfafval af.

Slide 18 - Quizvraag

Veel afval kun je inzamelen en recycleren. Wat is de definitie van recycleren?
A
het scheiden van afval
B
opnieuw gebruiken van materialen
C
het storten of verbranden van afval
D
materialen opnieuw verwerken tot grondstof

Slide 19 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met het woord "veredelen"?
A
Het direct veranderen van de DNA van planten
B
Van een stukje plant afhalen en in water zetten. Er groeit dan een nieuwe plant
C
De beste planten kiezen met de beste eigenschappen en die samenbrengen

Slide 20 - Quizvraag

'Gewone' landbouw
Biologische landbouw
Mest van dieren
Kunstmest
Plaagdieren chemisch bestrijden
Plaagdieren met natuurlijke vijand bestrijden
Dieren hebben meer ruimte
Dieren hebben minder ruimte
Duurder vlees
Goedkoper vlees

Slide 21 - Sleepvraag

CO2 heeft invloed op het broeikaseffect. Het broeikaseffect is slecht voor de aarde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Het broeikaseffect is het opsluiten van hitte in de atmosfeer. Wat is niet waar over het broeikaseffect?
A
Door het broeikaseffect blijft de temperatuur stijgen waardoor er in de toekomst geen winters meer zijn
B
De hitte wordt opgesloten door broeikasgassen; met name C02 en de damp van H2O
C
Zonder het broeikaseffect zou er geen leven op aarde mogelijk zijn
D
Mensen voegen teveel kooldioxide aan de atmosfeer toe waardoor de temperatuur blijft stijgen

Slide 23 - Quizvraag

Leg uit wat biobrandstof is en waarom dit milieuvriendelijk is.

Slide 24 - Open vraag

Een manier om schade aan gewassen te voorkomen is mengteelt.
Hierbij worden twee soorten gewassen op dezelfde akker geteeld, bijvoorbeeld
witte kool en witte klaver. Witte klaver tussen de koolplanten voorkomt een plaag van de
rupsen die de witte kool beschadigen. Tussen de witte klaver verschuilen zich de roofvijanden van deze
rups, zoals loopkevers en zweefvliegen.
Een teler van kool wil onderzoeken of door mengteelt de aantasting door de rupsen vermindert.
Maak een werkplan voor een onderzoek waarmee de teler dit kan nagaan.

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide