Herhaling les 1KM1

What did you do during the weekend?
-Birthday
-Gaming
-Hanging out with friends
-Sports

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

What did you do during the weekend?
-Birthday
-Gaming
-Hanging out with friends
-Sports

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling les 1KM1

Slide 2 - Tekstslide

Do this alone please
 -No talking 

Slide 3 - Tekstslide

Welk cijfer denk je te krijgen op de toets?

Slide 4 - Open vraag

What do you remember about chapter 1?

Slide 5 - Woordweb

Give the correct translation:
Bald
A
Moedig
B
Kaal
C
Baard

Slide 6 - Quizvraag

When do you use the present simple?
(tegenwoordige tijd)
A
Als iets in het verleden is gebeurd
B
Bij feiten en gewoontes
C
Altijd

Slide 7 - Quizvraag

Which sentence is grammatically correct? (Present simple)
A
I listen to pop music
B
I listening to pop music
C
I listened to pop music

Slide 8 - Quizvraag

Give the correct translation:
Funny
A
Grappig
B
Blij
C
Gelukkig

Slide 9 - Quizvraag

Which sentence is grammatically correct? (Present simple)
A
He read a book
B
He reading a book
C
He reads a book

Slide 10 - Quizvraag

Give the correct translation:
Pet
A
Hoed
B
Huisdier
C
Dier

Slide 11 - Quizvraag

Fill in the missing persoonlijke voornaamwoord
She likes me, I like ...
A
Her
B
Him

Slide 12 - Quizvraag

Give the correct translation:
Competition
A
Wedstrijd
B
Bron
C
Kampeerplek

Slide 13 - Quizvraag

Finish the sentence:
(always- cook- dinner)My mother ...

Slide 14 - Open vraag

Give the correct translation:
Sunny
A
Zomer
B
Warm
C
Zonnig

Slide 15 - Quizvraag

Finish the sentence:
(never- walk- school) He ...

Slide 16 - Open vraag

Give the correct translation:
Forest
A
Boom
B
Bos
C
Brug

Slide 17 - Quizvraag

Finish the sentence:
(cut- hair- every month) My father ...

Slide 18 - Open vraag

Give the correct translation:
Island
A
Boom
B
Land
C
Eiland

Slide 19 - Quizvraag

Fill in the missing persoonlijke voornaamwoord
I dislike him, he dislikes...
A
I
B
Me

Slide 20 - Quizvraag

Give the correct translation:
Shy
A
Serieus
B
Verlegen
C
Slim

Slide 21 - Quizvraag

What are the 'wh vraagwoorden'

Slide 22 - Woordweb

Give the correct translation:
Campsite
A
Kampeerplek
B
Wedstrijd
C
Vakantie

Slide 23 - Quizvraag

Make a question!
How would you ask what someones name is?

Slide 24 - Open vraag

Give the correct translation:
Dangerous
A
Irritant
B
Gemeen
C
Gevaarlijk

Slide 25 - Quizvraag

Make a question!
How would you ask why someone is sad?

Slide 26 - Open vraag

Give the correct translation:
Cousin
A
Neef, Nicht
B
Tante
C
Oom

Slide 27 - Quizvraag

Make a question!
How would you ask how someone is doing?

Slide 28 - Open vraag

Give the correct translation:
Difference
A
Gevoel
B
Gevaarlijk
C
Verschil

Slide 29 - Quizvraag

When do you use "which"
A
Als je de opties weet. bijv: which is your favorite, red or blue?
B
Als je de opties niet weet bijv: which is your favorite?

Slide 30 - Quizvraag

Give the correct translation:
Show
A
Optreden
B
Laten zien

Slide 31 - Quizvraag

Give the correct translation:
Awkward
A
Gemeen
B
Ongemakkelijk

Slide 32 - Quizvraag

Welk cijfer denk je te krijgen op de toets?

Slide 33 - Open vraag

Was het cijfer dat je dacht te krijgen aan het begin van de les hoger of lager?
A
Hoger
B
Lager
C
Hetzelfde

Slide 34 - Quizvraag

Study for your test 
Vocab pg. 82 & 83
Stones pg. 84
Grammar pg. 85


Slide 35 - Tekstslide