klaarmaken IV-medicatie

Leerdoelen medicatie i.v.
1. Benoem wat de mogelijke redenen kunnen zijn van het inbrengen en toedienen van enterale infuusvloeistoffen.
2. Doe onderzoek naar protocollen van het inbrengen en verzorgen van een infuus van diverse instellingen en vergelijkt deze. Hierbij maak je de verschillen inzichtelijk en doe je
onderzoek naar de oorzaken hiervan.

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen medicatie i.v.
1. Benoem wat de mogelijke redenen kunnen zijn van het inbrengen en toedienen van enterale infuusvloeistoffen.
2. Doe onderzoek naar protocollen van het inbrengen en verzorgen van een infuus van diverse instellingen en vergelijkt deze. Hierbij maak je de verschillen inzichtelijk en doe je
onderzoek naar de oorzaken hiervan.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen medicatie i.v.
3. Identificeer de taken en verantwoordelijkheden van de verpleegkundige bij het inbrengen van het infuus.
4. Identificeer de taken en verantwoordelijkheden van de verpleegkundige bij het toedienen van medicatie via het infuus.
5. Is in staat om te demonstreren hoe een infuuspomp en/of perfusor werkt en welk aandachtspunten hier van belang zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen medicatie i.v.
6. Herkent de mogelijke complicaties van een infuus en beschrijft dit volgens oorzaak-gevolg.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intraveneuze vloeistoffen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Ingaan op de gevoelens die er zijn na het zien van het filmpje
Wat valt jou op bij dit filmpje?
Wat ging mis?

Slide 6 - Woordweb

Met de studenten de antwoorden doorspreken. Ingaan op vragen.


Vloeistoffen toedienen
  • Bolusinjectie
  • Via neven infuus
  • Opgelost in lopend infuus

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom intraveneus?
  • Snel therapeutisch effect​
  • Kan niet op  een andere wijze worden toegediend​
  •  Zorgvrager is niet instaat medicatie op een andere wijze in te nemen​
  •  Zorgvrager mag niets per os​
 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checken, checken, checken!!!
Naam​
Geboortedatum 
Voorgeschreven hoeveelheid
Toedieningswijze​
Soort infusievloeistof​
Toedieningstijd​
Toedieningssnelheid ​
Vervaldatum​ 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
  • Protocol
  • Werk hygenisch
  • Dubbelcheck​
  •  Twijfel/ problemen raadpleeg een arts​
  •  Weet wat je geeft, bijwerkingen en interacties​!!!!
  •  Denk aan allergieën​

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is belangrijk bij het klaarmaken van intraveneuze medicatie?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Klaarmaken medicatie 
  1. Controleer geneesmiddel
  2. Toedienetiket 
  3. Berekenen hoeveelheid medicijn
  4. Desinfecteren: handen, werkblad, hygiënemaatregelen
  5. Verzamel en leg klaar benodigde materialen
  6. Klaarmaken van het geneesmiddel
  7.  Paraferen van het toedienetiket
  8.  Controleren & paraferen van het toedienetiket door tweede persoon.
  9. Identificeren van de patiënt en aansluiten van het medicijn

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je wil een patiënt anti-biotica geven via zijn infuus. Wanneer geef je het medicijn niet.
A
Bij flebitis
B
Bij oedeem rond de insteekopening
C
Beide antwoorden zijn fout
D
Beide antwoorden zijn goed

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties

  IV medicatie: antibiotica, chemo, narcose middelen

Vocht en bloedproducten

Voeding

Contrastvloeistof

Waakinfuus: Je hebt dan een iv toegang voor het snel toedienen van medicatie.



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe dien je IV medicatie toe?
  • Bolusinjectie
  • Via naastlopend infuus
  • Opgelost in lopend infuus

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dé oplossing:
bij het toedieningsgereed maken van álle iv-medicatie


HANDSCHOENEN DRAGEN!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van cytostatica en antibiotica kent elke verpleegkundige 
de gevaren.
Bij overige iv-medicatie is dat vaak niet het geval.
In de praktijk is het niet haalbaar van alle iv-medicatie het uitgebreide safety data sheet te bestuderen.

                                                                  

Dus...

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

De wereld gezondheidsorganisatie (WHO) heeft een pijnladder in vierstappen ontworpen. Elk van de vier stappen op de pijnladder vertegenwoordigt een groep pijnstillende middelen.
Zo bestaat de eerste stap uit eenvoudige pijnstillers zoals PCM of NSAID’s, of een combinatie van deze twee. PCM is een veilig middel met zeer geringe bijwerkingen. Het heeft naast pijnstillende werking ook een versterkende werking op de NSAID. NSAID = niet-steroïde-anti-inflammatoire geneesmiddelen. Dit zijn ontstekingsremmende geneesmiddelen die niet tot de groep van de corticosteroïden behoren (bijv. Prednisolon). Voorbeelden zijn: Ibuprofen, Naproxen.
Als de medicatie uit de eerste groep onvoldoende resultaat boekt, wordt in de tweede laag van de pijnladder een zwakwerkend opiaat toegevoegd aan het medicijn uit de eerste groep, zoals Tramadol en Codeïne (zit nog wel eens in PCM).
De derde trede vertegenwoordigd een middel uit de eerste groep in combinatie met een sterk werkend opiaat, zoals fentanylpleister of orale tabletten.
De vierde en laatste categorie medicijnen bestaat uit bijvoorbeeld injecties met sterk werkende opiaten. Denk hierbij aan morfine, Fentanyl of Dipidolor IM en IV.
Let op:
bij zware opiaten kunnen er mogelijk ademhalingsdepressie kan optreden. Het gebruik van zware pijnstillers gaat altijd op recept van een arts. Observatie blijft belangrijk. Voorbeeld om pijn te monitoren is een VAS-score of NRS-score. Deze techniek geeft de zorgverlener mogelijkheid tijdig pijnstilling te geven, waardoor er een geleidelijk bloedspiegel optreed en de ZV pijn vrij blijft. Teken deze twee voorbeelden op het Whiteboard.
Bij het gebruik van ibuprofen moet men bewust zijn op mogelijk maagklachten. In ernstig geval bij veelvuldig gebruik kunnen maagbloedingen ontstaan. Vandaar dat de ZV soms maagmedicatie gebruikt naast de ibuprofen.

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies