tegenwoordige tijd en de duurvorm

Present Simple 
versus 
Present Continuous. 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Present Simple 
versus 
Present Continuous. 

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk het filmpje op de volgende slide en beantwoord de volgende vragen. MAAK wel eerst je eigen aanstekingen. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welk tijd gebruik je bij:

Gewoonten


A
Tegenwoordige tijd
B
Duurvorm tegenwoordige tijd

Slide 4 - Quizvraag

Welk tijd gebruik je bij:

Irritatie aangeven


A
Tegenwoordige tijd
B
Duurvorm tegenwoordige tijd

Slide 5 - Quizvraag

Welk tijd gebruik je bij:
Regelmatige gebeurtenissen
A
Tegenwoordige tijd
B
Duurvorm tegenwoordige tijd

Slide 6 - Quizvraag

Welk tijd gebruik je bij:

Het is nu aan de gang
A
Tegenwoordige tijd
B
Duurvorm tegenwoordige tijd

Slide 7 - Quizvraag

Welk tijd gebruik je bij:

Feiten
A
Tegenwoordige tijd
B
Duurvorm tegenwoordige tijd

Slide 8 - Quizvraag

Welk tijd gebruik je bij:

plannen voor nabije toekomst
A
Tegenwoordige tijd
B
Duurvorm tegenwoordige tijd

Slide 9 - Quizvraag

Choose the best alternative

Slide 10 - Tekstslide

Peter will call you back later. We ..... dinner.
A
have
B
are having

Slide 11 - Quizvraag

Water ...... below 00 Celsius.
A
freezes
B
is freezing

Slide 12 - Quizvraag

Don’t talk to me! I ........ to listen to the teacher.
A
try
B
am trying

Slide 13 - Quizvraag

Karen often ...... her mother cleaning the house.
A
helps
B
is helping

Slide 14 - Quizvraag

My brother never .... to bed before 12.
A
goes
B
is going

Slide 15 - Quizvraag

Julie ....... in Amsterdamwith her family.
A
lives
B
is living

Slide 16 - Quizvraag

Julie ..... in Paris for a few months
A
lives
B
is living

Slide 17 - Quizvraag

I...... better and better at speaking English.
A
get
B
am getting

Slide 18 - Quizvraag

I ....... coffee every morning.
A
drink
B
am drinking

Slide 19 - Quizvraag

I ....... too much coffee these days.
A
drink
B
am drinking

Slide 20 - Quizvraag

My plane ........ at eight tonight.
A
leaves
B
is leaving

Slide 21 - Quizvraag

I............ John after class today.
A
meet
B
am meeting

Slide 22 - Quizvraag

This cake ...... deliciuos.
A
tastes
B
is tasting

Slide 23 - Quizvraag

This bag ....... to Jack.
A
belongs
B
is belonging

Slide 24 - Quizvraag

Take your umbrella, it ..... .
A
rains
B
is raining

Slide 25 - Quizvraag

She ....
a salsa dancing class every Tuesday
A
takes
B
is taking

Slide 26 - Quizvraag

The class .....
at nine every day.
A
begins
B
is beginning

Slide 27 - Quizvraag

We .......
to the cinema this weekend.


A
go
B
are going

Slide 28 - Quizvraag

She .....
at the moment
A
doesn't study
B
isn't studying

Slide 29 - Quizvraag

This is the end. 

Slide 30 - Tekstslide