V4 Na Klar Kap. 1: 1,2,3,4,5
1 / 34
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
das Aussehen
A
het uiterlijk
B
het uitzicht
C
het vooruitzicht
Slide 2 - Quizvraag
der Schritt
A
het schrift
B
de stap
C
de moeilijkheid
Slide 3 - Quizvraag
versuchen
A
verzoeken
B
verdwijnen
C
proberen
Slide 4 - Quizvraag
häufig
A
hopeloos
B
hoopvol
C
vaak
Slide 5 - Quizvraag
de prestatie
Slide 6 - Open vraag
het mobieltje
Slide 7 - Open vraag
ontmoeten
Slide 8 - Open vraag
soms
Slide 9 - Open vraag
anregen
A
meemaken
B
aansporen
C
naar binnen regenen
Slide 10 - Quizvraag
der Rahmen
A
het kader
B
het venster
C
de room
Slide 11 - Quizvraag
vielleicht
A
desondanks
B
misschien
C
naar gelang
Slide 12 - Quizvraag
manchmal
A
misschien
B
bijvoorbeeld
C
soms
Slide 13 - Quizvraag
fündig werden
A
iets vinden
B
vijftig worden
C
iets verliezen
Slide 14 - Quizvraag
verdauen
A
vergaan
B
verteren
C
missen
Slide 15 - Quizvraag
gepassioneerd
A
begeistert
B
leidenschaftlich
C
wütend
Slide 16 - Quizvraag
gespierd
A
geistig
B
spielerisch
C
muskulös
Slide 17 - Quizvraag
verontwaardigd
A
enttäuscht
B
empört
C
wütend
Slide 18 - Quizvraag
ja, natuurlijk
Slide 19 - Open vraag
mijn sterke punten zijn
Slide 20 - Open vraag
ik ben ongelooflijk kwaad
Slide 21 - Open vraag
het spijt me
Slide 22 - Open vraag
ik dweep met hem
Slide 23 - Open vraag
wichtig
A
belangrijk
B
gewichtig
C
zwaar
Slide 24 - Quizvraag
die Leidenschaft
Slide 25 - Open vraag
sich beschäftigen mit
Slide 26 - Open vraag
während
Slide 27 - Open vraag
stattdessen
Slide 28 - Open vraag
du verstehst (mij)............ doch?
A
mich
B
mir
Slide 29 - Quizvraag
was ist aus (3)(hem)......... geworden
A
er
B
ihm
C
ihn
Slide 30 - Quizvraag
dat der Polizist (u)............ den Weg gezeigt?
A
Sie
B
Ihnen
C
Sie
Slide 31 - Quizvraag
der Chef dankte(3) (mij).............. für das Buch
A
ich
B
mir
C
mich
Slide 32 - Quizvraag
wann rufst du ( ons)........... an?
A
wir
B
unser
C
uns
Slide 33 - Quizvraag
was können wir für(4) (jullie).............. tun?
A
ihr
B
euch
C
euer
