06-11

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Planning h1j, lesson 1

- CNN10

- Check the homework: ex. 4, 5, 6 of lesson 2.2

- Grammar: Demonstrative pronouns

Demonstrative pronouns

Wanneer gebruik je welk aanwijzend voornaamwoord?

Om te beslissen welk aanwijzend voornaamwoord je wanneer moet gebruiken moet je jezelf de volgende vragen stellen:

1. Is het ding dichtbij of ver weg?
2. Is het ding enkelvoud of meervoud?

	Dichtbij	Ver weg
Enkelvoud
Meervoud

This

That

These

Those

Schrijf deze tabel over in je schrift

	Enkelvoud	Meervoud
Dichtbij	This	These
Ver weg	That	Those

'Over here' betekent

1. Dichtbij
2. Ver weg

'Over there' betekent

1. Dichtbij
2. Ver weg

Use: this, these, that, those:

I want .... books over there.

1. this
2. these
3. that
4. those

this, that, these, those

... colours look beautiful on you!

1. This
2. That
3. These
4. Those

.... is your pen over there on the desk.
.... is my pen over here.

1. This, This
2. That, That
3. This, That
4. That, This

What are all those cars doing over there?

1. correct
2. incorrect

Tekst

this

that

these

those

enkelvoud

dichtbij

meervoud

dichtbij

enkelvoud

Verweg

meervoud

Verweg

Do ex. 9 & 10 of lesson 2.2

Finished?

Study the words of lesson 2.2

This is your homework for next class!

Planning h1j, lesson 2

- Listening test: Friday the 15th of November

- Do the practice listening test on Woots.nl

- Finished?

Work on the homework