Venapunctie

Vena punctie
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Vena punctie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Waar prikken we als we het hebben over een vena punctie?

Slide 3 - Open vraag

Noem plaatsen om een venapunctie uit te voeren max. 3

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide


Je brengt de naald bij een venapunctie in in een hoek van 30 graden.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Hoe komt het bloed bij het aanprikken van een ader in het buisje terecht?
A
Door te zuigen
B
Door aan de stamper te trekken
C
Door de spuit erop te plaatsen
D
door het gesloten vacuumsysteem

Slide 7 - Quizvraag

welk voordeel heeft het
werken met een gesloten
buizensysteem?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Je weet dat he de stuwband stevig genoeg hebt aangetrokken als er geen polsslag meer voelbaar is.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Noem indicaties om een venapunctie uit te voeren:

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hematoom is:
A
een blauwe plek op de plaats waar geprikt is
B
Mw lijdt aan een stollingsziekte
C
Mw heeft een huidafwijking obv een schimmel
D
Mw reageert heel extreem op het aanprikken

Slide 16 - Quizvraag

Welke complicaties kunnen
optreden bij het uitvoeren
van een venapunctie?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn contra-indicaties voor het verrichten van een venapunctie op bepaalde plaatsen of extremiteiten?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Bloedvaten zijn niet altijd goed zichtbaar welke oorzaak is onjuist?
A
donkere huidskleur
B
vasoconstrictie
C
lage bloeddruk
D
dehydratie

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Geef twee tips om
een ader zo goed mogelijk
zichtbaar te krijgen

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Tekstslide

Na hoeveel keer verkeerd prikken draag je de venapunctie over aan een collega?
A
1x
B
2x
C
3x
D
4x

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Wat is hierbij een aandachtspunt voor jou als verpleegkundige?
A
Direct naar het lab brengen om stolling te voorkomen
B
Volgorde van afname van de buisjes
C
Hoevaak mw al gecontroleerd is op hetgeen geprikt gaat worden
D
Niet te sterk stuwen omdat dit invloed heeft op de uitslag.

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Hoe noemen we dit onderzoek waardoor het voorrang krijgt op het laboratorium?
A
Spoed-lab
B
Acuut-lab
C
Bloed-kweek
D
Cito-lab

Slide 30 - Quizvraag

Binnen hoeveel tijd krijg je de uitslag van het bloedonderzoek bij een cito-aanvraag?
Het streven is:
A
Binnen 15 minuten
B
Binnen 1 uur
C
Binnen 4 uur
D
Binnen 12 uur

Slide 31 - Quizvraag

Hoelang moet je punctieplek afdrukken bij patiënten met sollingsmiddelen.
A
3
B
5
C
10
D
1

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Vragen?

Slide 34 - Tekstslide