phrases-clés G - variantes
1 Er klopt iets niet. Je hebt een tosti gekregen, maar die heb je niet besteld.
2 Je wilt graag mosterd bij je maaltijd. Hoe vraag je daar om?
3 Je hebt soep gekregen, maar geen lepel. Wat vraag je?
4 Je wilt weten of er zout in de taart zit. Wat vraag je?
5 Hoe zeg je dat de melk koud is?
6 Hoe bestel je een glas cola? (de cola = le coca)