WIB 4V - H5 Machten, exponenten en logaritmen - LHE

H5 - Machten, exponenten en logaritmen
1 / 69
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 69 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H5 - Machten, exponenten en logaritmen

Slide 1 - Tekstslide

H5 - Voorkennis - Herleiden van machten
Regels voor het herleiden
1. Vermenigvuldigen van machten :

2. Delen van machten                       :

3. Machten van machten                  :

4. Machten van producten               :
a5a7
b2b6
(c5)4
(de)3

Slide 2 - Tekstslide

H5 - Voorkennis - Herleiden van machten
Regels voor het herleiden
Zie ook blz. 9 in het boek

1. Vermenigvuldigen van machten :
2. Delen van machten                       :
3. Machten van machten                  :
4. Machten van producten               :
apaq=ap+q
aqap=apq
(ap)q=apq
(ab)p=apbp

Slide 3 - Tekstslide

§5.1A - Machten met negatieve exponenten


Schrijf zonder negatieve exponent:



x3
41x3
4x3

Slide 4 - Tekstslide

§5.1 - Zelfwerkzaamheid
Maken + nakijken:

Voorkennis H5    1 t/m 6
§5.1A                      1 t/m 3

Slide 5 - Tekstslide

§5.1B - Machten met gebroken exponenten
Schrijf als een macht van x
x
5x4
3x5x

Slide 6 - Tekstslide

§5.1 - Zelfwerkzaamheid
Maken + nakijken:

§5.1B                     5 t/m 12


Slide 7 - Tekstslide

§5.1C - Vergelijkingen met gebroken exponenten
Los exact op:
]


Voor het wegwerken van gebroken exponenten, gebruik je de balansmethode. 
Je verheft het linker- en rechterlid tot dezelfde macht.




Slide 8 - Tekstslide

§5.1C - Vergelijkingen met gebroken exponenten
Los exact op:


Let tenslotte op dat je wortels soms nog moet omschrijven naar een macht van x.

Slide 9 - Tekstslide

§5.1 - Zelfwerkzaamheid
Maken + nakijken:

§5.1C                     13 t/m 16
 

Verder werken mag.


Slide 10 - Tekstslide

§5.1D - Variabelen vrijmaken bij y = axp
De formule                             is een voorbeeld van een formule met een gebroken exponent.

Bij deze formule moet je x kunnen "vrijmaken". 
Dus schrijven als

x = ...................
y=41x2x

Slide 11 - Tekstslide

§5.1D - Variabelen vrijmaken bij y = axp

Dus schrijven als          x = ...................


Stappen:

1. Isoleer de macht van x (balansmethode) 

2. Verhef beide kanten met dezelfde macht om x vrij te maken (balansmethode)

3. Rond zo nodig af op twee decimalen. 
y=41x2x

Slide 12 - Tekstslide

§5.1 - Zelfwerkzaamheid
Maken + nakijken:

§5.1D                 17 t/m 22


Slide 13 - Tekstslide

§5.2 - Machtsfuncties en wortelfuncties

Slide 14 - Tekstslide

§5.2A - De grafiek van een machtsfunctie

Slide 15 - Tekstslide

§5.2A - De grafiek van een machtsfunctie
Grafieken van functies als                    vormen een
parabool als n = even

Een parabool is lijnsymmetrisch. Je kunt een
spiegel leggen op de y-as. De y-as is dan de symmetrieas.


y=axn

Slide 16 - Tekstslide

§5.2A - De grafiek van een machtsfunctie
Functies als                  met n = oneven zien
eruit als dit:

Deze grafiek heeft geen symmetrieas,
maar is wel puntsymmetrisch met de 
oorsprong.



y=axn

Slide 17 - Tekstslide

§5.2A - De grafiek van een machtsfunctie
Je kunt de grafiek van de standaardfunctie y = x
verschuiven. Zo'n verschuiving noem je een 
translatie.

Door 

Slide 18 - Tekstslide

§5.2A - De grafiek van een machtsfunctie
Door een translatie toe te passen op y = x2
ontstaat de oranje grafiek. Dit noem je
een beeldgrafiek.

Deze grafiek ontstaat door een translatie van 
4 naar links en 2 omlaag.

Notatie:         translatie (-4, -2)



Slide 19 - Tekstslide

§5.2A - De grafiek van een machtsfunctie
Ten slotte kun je ook nog een vermenigvuldiging
toepassen op een grafiek. 

Hier vermenigvuldig je de functie met een 
constante ten opzichte van de x-as.

Slide 20 - Tekstslide

§5.2A - De grafiek van een machtsfunctie
Bij een horizontale translatie p:       Vervang     x    voor   x - p
Bij een verticale translatie q:             Tel   q    bij de functie op
Bij een vermenigvuldiging                     
     ten opzichte van x-as a:                 Vermenigvuldig functie met a


Slide 21 - Tekstslide

§5.2A - De grafiek van een machtsfunctie
Bij een horizontale translatie p:           Vervang     x    voor   x - p
Bij een verticale translatie q:                 Tel   q    bij de functie op
Bij een vermenigvuldiging                     
     ten opzichte van x-as a:                     Vermenigvuldig functie met a

Op de functie:                             voer je achtereenvolgens de volgende transformaties uit:                              
1. Eerste translatie (2, 4)
2. Daarna verm. x-as,   -3 
Stel de formule op van de beeldgrafiek.
y=3x32

Slide 22 - Tekstslide

§5.2 - Zelfwerkzaamheid
Maken + nakijken:

§5.2A                 25 t/m 29
§5.2B                 30 t/m 33

Slide 23 - Tekstslide

§5.2B - Domein en bereik van wortelfuncties
Domein en bereik.

Wat is het domein van een functie?
Wat is het bereik van een functie?

Slide 24 - Tekstslide

§5.2B - Domein en bereik van wortelfuncties


Domein: alle geldige invoerwaarden. 
(Alles wat ik "in de functie kan stoppen")

Bereik:  alle geldige functiewaarden /
uitkomsten (Alles wat "eruit kan komen'')


Slide 25 - Tekstslide

§5.2B - Domein en bereik van wortelfuncties
De grafiek van                   is de standaardgrafiek van wortelfuncties.

Wat is het: 

  • Domein?
  • Bereik?
  • Randpunt?
y=x

Slide 26 - Tekstslide

§5.2B - Domein en bereik van wortelfuncties
Ook op wortelfuncties zijn transformaties toe te passen,
zoals translatie of vermenigvuldiging met de x-as.

Hier gebruik je dezelfde methode als bij machtfuncties. Let
hierbij ook op dat je domein en bereik kan veranderen.


Slide 27 - Tekstslide

§5.2B - Domein en bereik van wortelfuncties
Op de functie                      worden achtereenvolgens de 
volgende transformaties uitgevoerd:

1. Translatie (-3, 5)
2. Verm. x-as, 2
Stel de formule op van de beeldgrafiek en geef het domein
en bereik.
y=x

Slide 28 - Tekstslide

§5.2 - Zelfwerkzaamheid
Maken + nakijken:

§5.2A                 25 t/m 29
§5.2B                 30 t/m 33

Slide 29 - Tekstslide

§5.2C - Algebraïsch oplossen van ongelijkheden met wortels
Houd bij het oplossen van ongelijkheden rekening met het domein van wortels. Bij algebraïsch moet je de GR gebruiken om te schetsen.

"Los algebraïsch op:                                         "

2x2+1+x<6

Slide 30 - Tekstslide

§5.2 - Zelfwerkzaamheid
Maken + nakijken:

§5.2C           34 t/m 41
§5.2D           42 t/m 44
  

Slide 31 - Tekstslide

§5.2D - Variabelen vrijmaken bij wortelfuncties

Bij de formule                                           kun je x "vrijmaken".
Dit wordt gebruikt bij het bepalen van inversen van functies.

Het doel is hier om x uit te drukken in y. Dus schrijf als:
x = ......... 
y=42x+4+5

Slide 32 - Tekstslide

§5.2 - Zelfwerkzaamheid
Maken + nakijken:

§5.2C           34 t/m 41
§5.2D           42 t/m 44
  

Slide 33 - Tekstslide

§5.3A - De standaardfunctie f(x) = gx
De functie                          is een voorbeeld van een exponentiële functie.
 
Hierbij is g (2) het grondtal en zit de variabele (x) in de exponent.

Wij bespreken alleen functies met g > 0 en g ≠ 1.



f(x)=2x

Slide 34 - Tekstslide

§5.3A - De standaardfunctie f(x) = gx
Hiernaast zie je een plot van

Wat kunnen we zeggen over:
- Het domein van f ?
- Het bereik van f ?
- Heeft f asymptoten?
f(x)=2x

Slide 35 - Tekstslide

§5.3A - De standaardfunctie f(x) = gx
Op exponentiële functie kun je ook transformaties uitvoeren: 

horizontale translatie 
verticale translatie
vermenigvuldiging met x-as.

Nu komt daar bij: vermenigvuldiging met de y-as.


Slide 36 - Tekstslide

§5.3A - Vermenigvuldiging t.o.v. y-as
Stel, wij willen een functie met factor 2 
t.o.v. de y-as vermenigvuldigen.

Hoe zit dit eruit en wat wordt
het functievoorschrift?

Slide 37 - Tekstslide

§5.3A - Vermenigvuldiging t.o.v. y-as
Voor een vermenigvuldiging ten opzichte van de y-as met een

factor b, wordt x vervangen door 

 
b1x

Slide 38 - Tekstslide

§5.3A - Vermenigvuldiging t.o.v. y-as
Voor een vermenigvuldiging ten opzichte van de y-as met een
factor b, wordt x vervangen door 

Stel: op de functie                                 voeren wij een vermenigvuldiging ten opzichte van de y-as met 3 uit.

 
b1x
g(x)=32x2

Slide 39 - Tekstslide

§5.3 - Zelfwerkzaamheid
Maken + nakijken:

§5.3A       46 t/m 52

  

Slide 40 - Tekstslide

§5.3B - Herleiden tot de vorm                 
Bovenstaande vorm is een manier om exponentiële functies korter te schrijven. 

Om bijvoorbeeld                                    naar deze vorm te brengen, moet je goed gebruik maken van de machtregels:


y=bgx
y=200024x6
apaq=...
(ap)q=...
aqap=...

Slide 41 - Tekstslide

§5.3 - Zelfwerkzaamheid
Maken + nakijken:

§5.3B       53 t/m 57


  

Slide 42 - Tekstslide

§5.3C - Exponentiële vergelijkingen oplossen
Voor het oplossen van exponentiële vergelijkingen, zorg je ervoor dat het linkerlid en rechterlid geschreven worden met hetzelfde grondtal g

                      geeft

voorbeeld 1:                                         voorbeeld 2:



gA=gB
A=B
22x+12=30
33x5=9x31

Slide 43 - Tekstslide

§5.3 - Zelfwerkzaamheid
Maken + nakijken:

§5.3C       58 t/m 62
§5.3D       63 t/m 66



  

Slide 44 - Tekstslide

§5.3D - Herleiden tot de vorm          
Soms moet je de vergelijking eerst herleiden in een aantal stappen.

Je kunt de vergelijking pas oplossen als het in de vorm                 staat!

Los exact op:

gA=gB
gA=gB
3x+23x=72

Slide 45 - Tekstslide

§5.3 - Zelfwerkzaamheid
Maken + nakijken:

§5.3C       58 t/m 62
§5.3D       63 t/m 66



  

Slide 46 - Tekstslide

§5.4 - Logaritmen

Slide 47 - Tekstslide

§5.4 - Logaritmen
2...=8
2...=32
2...=256
2...=21

Slide 48 - Tekstslide

§5.4 - Logaritmen
En nu?
2...=12

Slide 49 - Tekstslide

§5.4 - Logaritmen



Omdat                      en                          weten wij dat x tussen 3 en 4 moet liggen.


2x=12
23=8
24=16

Slide 50 - Tekstslide

§5.4 - Logaritmen


Voor het exact oplossen van deze vergelijking, gebruiken wij de 
logaritme.


2x=12

Slide 51 - Tekstslide

§5.4A - Logaritmen


Welke macht van 2 moet ik nemen om 12 te krijgen?



-> numworks

2x=12
x= 2log(12)

Slide 52 - Tekstslide

§5.4A - Logaritmen
"Wat is de logaritme nu precies?"

De logaritme kun je zien als de 
inverse van de exponentiële functie.

Slide 53 - Tekstslide

§5.4A - Logaritmen
Waarvoor je gebruik je de logaritme?

De logaritme gebruik je om een exponent te berekenen.

Net als dat je bijv. al de wortel kunt gebruiken om een grondtal te berekenen. (wortel is de inverse van een macht)

Slide 54 - Tekstslide

§5.4A - Logaritmen
Enkele voorbeelden van de logaritme:

                            geeft


                            geeft

3x=91
x=3log(91)
5x=5
x=5log(5)

Slide 55 - Tekstslide

§5.4A - Logaritmen
Voor het berekenen van logaritmen geldt de algemene regel:


De logaritme en het grondtal 'heffen elkaar op' zodat je de exponent overhoudt. 



glog(ga)=a

Slide 56 - Tekstslide

§5.4 - Zelfwerkzaamheid
Maken + nakijken:

§5.4A       68 t/m 70
§5.4B       71 t/m 74




  

Slide 57 - Tekstslide

§5.4B - Logaritmische vergelijkingen
                          is een voorbeeld van een logaritmische vergelijking.

Maak hierbij gebruik van de algemene regel uit 5.4A:




2log(x)=3
glog(ga)=a

Slide 58 - Tekstslide

§5.4B - Logaritmische vergelijkingen
                               geeft x = 23, want 




2log(x)=3
2log(23)=3

Slide 59 - Tekstslide

§5.4B - Logaritmische vergelijkingen
Nog een voorbeeld:

Los exact op:

43  3log(x+1)=5

Slide 60 - Tekstslide

§5.4 - Zelfwerkzaamheid
Maken + nakijken:

§5.4A       68 t/m 70
§5.4B       71 t/m 74




  

Slide 61 - Tekstslide

§5.4C - Vergelijkingen in de vorm       
Los exact op:


  • Werk het grondtal 2 links weg met de balansmethode.
  • Neem van beide leden van de vergelijking de logaritme 

gx=a
2x+3=12

Slide 62 - Tekstslide

§5.4C - Vergelijkingen in de vorm       
Los exact op:
gx=a
5x+1=120+5x

Slide 63 - Tekstslide

§5.4 - Zelfwerkzaamheid
Maken + nakijken:

§5.4C         75 t/m 80




  

Slide 64 - Tekstslide

§5.4D - De grafiek van een logaritme
Op het bord: de functie 

Wat kunnen wij vertellen over het verloop van de grafiek?

- Domein?
- Bereik?
- Asymptoten?

f(x)= 2log(x)

Slide 65 - Tekstslide

§5.4D - De grafiek van een logaritme
                                     is een standaardfunctie

Voor een aantal grondtallen is de logaritme niet gedefinieerd.



f(x)= glog(x)

Slide 66 - Tekstslide

§5.4D - De grafiek van een logaritme
                                     is een standaardfunctie

De logaritme is gedefinieerd voor 
 

f(x)= glog(x)
g>0g1

Slide 67 - Tekstslide

§5.4D - De grafiek van een logaritme
Domein vinden:
Standaardfunctie heeft een verticale asymptoot voor x = 0
Het domein van de standaardfunctie is             

De logaritme is dus alleen gedefinieerd als er een positief getal binnen de logaritme staat. 
         Geef het domein voor: 








f(x)= glog(x)
[0,
g(x)= 2log(2x3)

Slide 68 - Tekstslide

§5.4 - Zelfwerkzaamheid
Maken + nakijken:
§5.4D        81 t/m 84

Volgende week 2 (!) lessen om je toets voor te bereiden!
  • Bereid vragen voor! Ik zit hier 2 × 60 minuten voor jou
  • Oefenen: check huiswerk, D-toets, Gemengde opgaven, oefentoets (komt)




  

Slide 69 - Tekstslide