4.1 Een stroomkring maken

Welkom! Wat wordt van je verwacht bij binnenkomst?
- Kom rustig binnen en ga direct naar je werkplek (klasopstelling).

- Jassen op de gang? Oortjes/kauwgom uit? Tablet blijft in de tas.

- Kletstijd tot timer afloopt of je docent dat aangeeft (stoplicht).

- Werkspullen voor je.

- Start van het leesmoment (lezen theorie uit je lesboek).


- Daarna: vragenuitleg en zelfstandig werken.
timer
2:00
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
ExactMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom! Wat wordt van je verwacht bij binnenkomst?
- Kom rustig binnen en ga direct naar je werkplek (klasopstelling).

- Jassen op de gang? Oortjes/kauwgom uit? Tablet blijft in de tas.

- Kletstijd tot timer afloopt of je docent dat aangeeft (stoplicht).

- Werkspullen voor je.

- Start van het leesmoment (lezen theorie uit je lesboek).


- Daarna: vragenuitleg en zelfstandig werken.
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 4.1
  1.  Je kunt uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt.
  2.  Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven.
  3.  Je kunt een aantal geleiders en isolatoren noemen.
  4. Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
  5. Je kunt beschrijven wat een elektrische stroom is.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
Pak je laptop erbij en ga naar Lessonup, 
hier volgen een paar vragen..

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén elektrisch apparaat?
A
verlichting
B
televisie
C
stereo-installatie
D
radiator van de verwarming

Slide 5 - Quizvraag

Door de radiator stroomt heet water. Dit is geen elektrisch apparaat.
Ook in de natuur kun je elektriciteit tegenkomen.

Welk verschijnsel heeft met elektriciteit te maken?
A
bliksemflitsen tijdens onweer
B
donderslagen tijdens onweer
C
licht van de zon
D
warmte van de zon

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een lampje kun je laten branden door het op een batterij aan te sluiten.

Welke opmerking over de batterij is waar?
A
Een batterij heeft maar één aansluiting, dit is de 'plus' van de batterij.
B
Een batterij heeft maar één aansluiting, dit is de 'min' van de batterij.
C
Een batterij heeft twee aansluitingen, de 'plus' en de 'min'.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stroomdraden worden vaak van koper gemaakt.

Waarom worden stroomdraden van koper gemaakt?
A
Koper kun je moelijk buigen.
B
Koper laat stroom gemakkelijk door.
C
Koper laat stroom moeilijk door.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om stroomdraden zit een plastic isolatielaag.

Waarom zit die isolatielaag er?
A
Omdat je anders je vingers verbrandt aan de hete stroomdraden.
B
Omdat je anders een elektrische schok kunt krijgen
C
Omdat elektrische stroom gemakkelijk door plastic heen kan stromen.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De lampen op je fiets branden door een dynamo.

Welke opmerking over de dynamo is juist?
A
Als je harder fietst, gaan de lampen feller branden.
B
Een dynamo moet je na enige tijd vervangen, want de dynamo is dan leeg.
C
Een dynamo werkt pas als je aan het fietsen bent.
D
Een dynamo werkt ook als je stil staat.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen
De volgende vragen gaan over omrekenen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

300 mA = ......... A

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0,001 A = ......... mA

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0,05 A = ......... mA

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen...
vind ik makkelijk
is redelijk te doen
zou ik meer willen/moeten oefenen
is echt niet mijn ding.. HELP!

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De laptop mag weer dicht

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om een lampje te laten branden, moet je er een elektrische stroom doorheen laten lopen. Dat lukt alleen als je een gesloten stroomkring maakt.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De woorden ‘stroom’ en ‘stroomkring’ maken duidelijk dat er ‘iets’ (elektronen) door de snoeren en het lampje heen beweegt
Natuurkundigen hebben dat ‘iets’ de naam lading gegeven. 
Een elektrische stroom bestaat uit bewegende lading. Die is overal in de kring even groot. Als je een stroomkring onderbreekt, valt die beweging stil. De lading is er nog wel, maar die kan niet meer door de stroomkring heen bewegen. 
  • De woorden ‘stroom’ en ‘stroomkring’ maken duidelijk dat er ‘iets’ door de snoeren en het lampje heen beweegt. 

  • Natuurkundigen hebben dat ‘iets’ de naam lading gegeven. Lading noemen we ook wel elektrische deeltjes of elektronen.

  • Een elektrische stroom bestaat uit bewegende lading. Die is overal in de kring even groot. 

  • Als je een stroomkring onderbreekt, valt die beweging stil. De lading is er nog wel, maar die kan niet door de stroomkring bewegen. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Met een stroommeter (amperemeter) kun je meten hoe sterk de elektrische stroom (lading) is.
  • We noemen dit de stroomsterkte.
  • De stroomsterkte meet je in de eenheden ampere (A) of milli-ampere (mA)
  • 1 A = 1000 mA

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0,3A
Hoeveel mA?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0,3 A = 300 mA

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoffen kun je indelen in twee groepen:

  1. geleiders: deze stoffen laten de elektrische stroom goed door.
  2. isolatoren: deze stoffen laten niet of nauwelijks elektrische stroom door.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geleiders: stoffen die de stroom doorlaten
  • alle metalen zijn geleiders 
  • vb: goud, zilver, koper, zink, platina, ijzer, nikkel, kwik
  • een stof die de stroom goed geleid maar geen metaal is heet koolstof.
  • Vloeistoffen: zuren en zout water (zout-oplossing)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Isolatoren: stoffen die de stroom niet doorlaten
  • Bijvoorbeeld: 
rubber, glas, hout, plastic.

  • De beste isolator is lucht.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symbolen voor elektrische schakelingen

Slide 29 - Tekstslide

Wetenschap is het opdoen van kennis en deze toepassen.
Natuurwetenschappers kijken naar de natuurlijke wereld, en nemen verschijnselen waar. En proberen die te verklaren en te voorspellen.
Ze doen ONDERZOEK en ontdekken zo nieuwe dingen over de natuur om ons heen.
Techniek wordt gebruikt om die kennis in uitvindingen toe te passen

Verschil Natuurkunde en Scheikunde: tijdelijk en blijvende veranderingen: Je kan het niet meer terug krijgen in de oude staat.
Eigenlijk IS scheikunde ook natuurkunde, maar dan specifiek gericht op stoffen en hoe die met elkaar reageren DUS een blijvende verandering


Een LED is een lampje dat in allerlei soorten verlichting gebruikt wordt.
  • LED betekend light emitting diode
  • Een diode laat de stroom maar in 1 richting door.
  • Een LED lamp verbruikt tot 90% minder energie dan een gloeilamp: zuinig in verbruik.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eens kijken wat je nu al snapt!
Een paar quizvragen...

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is een elektriciteitsleiding aan de binnenkant van koper en aan de buitenkant van kunststof?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort stroomkring zie je hier?
A
Open stroomkring
B
Gesloten stroomkring

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je zeggen van een stroomkring waarvan het lampje brandt?
A
De stroomkring is gesloten
B
De stroomkring is rond
C
De stroomkring is open
D
Er is geen stroomkring

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke combinatie van grootheid en eenheid horen bij elkaar?
A
spanning en ampère
B
stroomsterkte en volt
C
Stroomsterkte en ampère
D
volt en ampère

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De eenheid van stroomsterkte ....
A
Volt
B
Ampere

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nu het uitlegfilmpje van deze paragraaf.
Vind je dit een lastig onderwerp, kijk deze dan even op je gemakje.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maken en nakijken
Thema 4 Elektriciteit (blz. 124)
Basisstof 1, vraag 1 t/m 10.


Strijders!
Maak de V-trainer en daarna de test-jezelf. Je vindt ze in de online methode bij paragraaf 1.

Kijk ook alle uitlegfilmpjes uit deze Lessen-up.


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrijp ik de leerdoelen van deze les?
- Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is.
- Je kunt uitleggen dat dichtheid een stofeigenschap is.
- Je kunt de dichtheid van een stof berekenen als de massa en het volume gegeven zijn.
- Je kunt aan de hand van de dichtheid van stoffen uitleggen of een stof zinkt, zweeft of drijft
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Quiz-time!

Slide 42 - Tekstslide

https://quizizz.com/admin/quiz/65e452c806e9ba40253e1013