Verhoudingen & Breuken

REKENEN
Verhoudingen & Breuken
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

REKENEN
Verhoudingen & Breuken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Klassikaal een aantal sommen maken

Aansluitend de taken in studiemeter maken

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
  • Verhoudingen en breuken
  • Gebruiken van een verhoudingstabel
  • Je kunt een verhouding omzetten naar een breuk
  • Je kunt de breuk vereenvoudigen

Slide 3 - Tekstslide

4 Stuks kost €7,60.
Wat kosten 9 stuks?
A
€15,20
B
€16,20
C
€16,10
D
€17,10

Slide 4 - Quizvraag

Een merk shampoo is in de aanbieding. Winkel A heeft 5 stuks voor €8,50. Winkel B heeft 2 stuks voor €3,60. Welke winkel is goedkoper?
A
Winkel A
B
Winkel B

Slide 5 - Quizvraag

Verhoudingen en breuken
  • Van een verhouding kun je een breuk maken

  • Andersom: Een breuk is een verhouding

  • Altijd vereenvoudigen!

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
In een voetbalstadion (voor corona;)) zitten 3.500 vrouwen en 14.000 mannen. Wat is de verhouding? Zet om in een breuk en vereenvoudig

Slide 7 - Tekstslide

Uitwerking
3.500 v : 14.000 m





Breuk = 1/4
vrouwen
3500
35
7
1
mannen
14000
140
28
4

Slide 8 - Tekstslide

andersom....
1 op de 5 (1/5) mensen die opgenomen wordt overlijdt aan corona. Hoeveel mensen zijn dat op 1400 ziekenhuisopnames?

Slide 9 - Tekstslide

Uitwerking
1 op de 5 
overl.
1
280
tot. opn.
5
1400

Slide 10 - Tekstslide

voorbeelden
  • 1/9 van de 2700 mensen komen met de auto
  • 550 mensen van de 2200 mensen hebben een elektrische fiets
  • 3 van de 5 mensen wonen gehuurd. Hoeveel zijn dat er in Enschede op 160.000 inwoners?
 

Slide 11 - Tekstslide

2 op de 7 mensen hebben een fiets met ondersteuning.
Er staan 868 fietsen in de fietsenstalling. Hoeveel fietsen hebben ondersteuning?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

De meeste vruchtensap?
A
A
B
B

Slide 14 - Quizvraag

2 op de 7 fietsen hebben ondersteuning. In totaal staan er 868 fietsen in de stalling, hoeveel fietsen hebben ondersteuning?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

In hoeveel pakken zat er een prijs?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel krijgt hij van zijn ouders?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Hoeveel mensen kunnen nog in de zaal?

Slide 21 - Open vraag

Wie denkt dat er volgende week een avondklok is?

Slide 22 - Open vraag

3F

Slide 23 - Tekstslide

Doel
  • Verdelingen: staat tot
  • Vereenvoudigen: verdeling weer vereenvoudigen
  • Vergelijken: welke aanbieding is de goedkoopste?


Slide 24 - Tekstslide

Verdeling: staat tot
Jongens : meisjes = 5 : 8
Hoeveel meisjes zijn er op een school als er in werkelijkheid 80 jongens zijn.



Tussenstap is 1 dus 8 : 5 x 80 = 
Jongens
5
80
Meisjes
8
?

Slide 25 - Tekstslide

Dit mag ook...
80 : 5 x 8 = 

Slide 26 - Tekstslide

Stel er zijn 10 zieken bij het verpleegpersoneel van de corona afdeling op een team van in totaal 40 verplegers.
Hoeveel zieken zouden er in verhouding zijn als het team uit 80 verplegers bestond?

Slide 27 - Open vraag

Stel er worden gemiddeld op een reisbureau 10 reizen per week geboekt door 4 medewerkers. Hoeveel reizen zouden er in verhouding geboekt moeten worden bij een team met 6 medewerkers?

Slide 28 - Open vraag

Stel de verhouding bij een activiteit is meisje : jongen is 3 : 8. Er zijn in werkelijkheid 9 meisjes. Hoeveel jongens doen er mee aan de activiteit?

Slide 29 - Open vraag

In Enschede zijn er op dit moment 575 positief geteste personen op een bevolking van 159.654 inwoners. Stel ik breng deze stad terug naar 100.000 inwoners, hoeveel besmette mensen zijn er dan?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide