MTH DA1 1.2.8 Enkel arm index en ECG

ECG
Enkel-arm index
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Medisch Technisch HandelenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

ECG
Enkel-arm index

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkel - Arm index
= Onderzoek bij Perifeer Arterieel Vaatlijden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Perifeer Arterieel vaatlijden 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van het onderzoek:
Onderzoek naar de doorbloeding van de onderste extremiteiten.
  • EA-index meet het verschil in systolische bloeddruk bovenarm en –enkel, gemeten met bloeddrukmeter en doppler.

  • EA-index linkerbeen = Hoogste druk aan linkerbeen : hoogst gemeten druk aan armen. Hetzelfde wordt voor het rechterbeen gedaan.

  • In een gezonde situatie is de bovendruk in de linker bovenarm nagenoeg gelijk aan de bovendruk in de linker enkel: bijv. 120 mmHg : 120 mmHg = 1,0

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke patiënten wordt dit onderzoek uitgevoerd?

  • Patiënten met risicofactoren voor hart- en vaatziekten.

  • Patiënten met klachten die wijzen op vernauwing van de arteriën in bekken en/of benen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informatie aan de patiënt:
  • Nauwelijks belastend
  • Duurt ongeveer 15 minuten
  • Ontblote armen en onderbenen (geen knellende kleding)
  • Wordt aan beide armen en beide benen gemeten
  • Twee uur voorafgaand aan het onderzoek niet roken
  • Van wie en hoe krijgt hij/zij de uitslag
  • Tijdens onderzoek plat liggen en niet praten! 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg uitvoering van het onderzoek 
Meet de systolische druk aan de linkerarm, met de klok mee:
  1. Linker arm
  2. Linker enkel: achterste beenslagader
arteria tibialis postior en voetrugslagader 
arteria dorsalis pedis 
3. Rechter arm
4. Rechter enkel

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de uitslag?
  • Uitslag >1,1 = goed
  • Uitslag <0,8 = PAV
  • Uitslag 3x <0.9 = PAV
  • Kan per been verschillend zijn!
  • Patiënt met DM en verschijnselen PAV altijd aanvullend onderzoek

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ECG
Elektrocardiogram 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel
Registreren van de elektrische activiteit van het hart

(Helemaal onderaan deze Lessonup vind je nog wat herhalingsslides m.bt. de hartcyclus ter opfrissing vanuit de lessen AFP)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt een ECG
  • Meestal worden er 12 verschillende afleidingen gemaakt die steeds vanuit een andere hoek naar het hart ' kijken'. 
  • De elektrische activiteit wordt door weefsels en lichaamsvloeistoffen voortgeleid en kan zo via op de huid bevestigde elektroden worden gemeten. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je vaststellen met ECG
-Ritmestoornissen (alleen op dat moment aanwezig)
-Doorgemaakt hartinfarct (kort of lang geleden) 
-Hartfalen 

Vaak is een een ECG in rust bij Angina pectoris een vaak onterechte geruststelling voor patiënten. Waarom?

Slide 13 - Tekstslide

Omdat een ECG in rust bijna altijd normaal is bij AP
Sinusritme: Regelmatige samentrekkingen van het hart doordat de sinusknoop regelmatige prikkels geeft

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tachycardie is een aandoening waarbij het hart abnormaal snel slaat, vaak meer dan 100 keer per minuut (in extreme gevallen kan de hartslag oplopen tot zelfs 240 en hoger per minuut).

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefentoets @KTB
Heel veel succes met het leren van de toets! 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling hartcyclus/geleidingssytsteem

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking
  • Bij iedere spier in actie kunnen we kleine elektrische stroompjes waarnemen en registreren.
  • Deze stroompjes dienen om de spiercellen te laten samentrekken.
  • Het hart is een bijzondere spier.
  • De Sinusknoop in het rechter atrium kan n.l. zelf een stroompje ontwikkelen en dit doorgeven aan de andere atriumcellen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking (2)
  • Atrium trekt hierdoor samen.
  • De sinusknoop is de gangmaker (Pacemaker) van het hart.
  • Het stroompje bereikt daarna snel de AV-knoop.
  • Hier wordt het stroompje tegengehouden alvorens via de bundel van His over de ventrikels verspreid te worden. (via de Purkinjevezels)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking (3)
  • Vanuit de bundeltakken (van His) gaat het stroompje door de vezels van Purkinje naar de spiervezels van de ventrikels.
  • De sinusknoop, A.V. knoop, bundel van His en de vezels van Purkinje  vormen het geleidingssysteem
  • Op iedere stroomimpuls die van de sinusknoop tot in de vezels van Purkinje komt, volgt een samentrekking v/h hart (Systole): Dit is te zien op ECG en voelbaar in de pols!


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies