In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Goedemorgen!
Iedereen lekker geslapen?
Slide 1 - Tekstslide
Nieuw hoofdstuk
Hoofdstuk 1 ging over krachten in het algemeen
Hoofdstuk 2 gaat over krachten en beweging
De focus ligt op het effect van een kracht op een beweging.
Slide 2 - Tekstslide
Wat komt er dit hoofdstuk aan bod?
Snelheid grafieken af kunnen lezen en kunnen maken
Wetten van Newton, kennen en kunnen toepassen
Rekenen aan bewegingen, Snelheid en versnelling
Werken met vectoren
Slide 3 - Tekstslide
Planning tot aan de toetsweek
Deze week:
Paragraaf 1. Versnellen,
Volgende week:
2. Voortstuwen en tegenwerken,
3. Kracht, massa en versnelling
Week voor de toetsweek:
4. Remmen en botsen
Slide 4 - Tekstslide
Vandaag, paragraaf 1, Versnellen
In deze les gaan we het hebben over versnellen en hoe je dit kunt herkennen en berekenen.
Wat je moet kunnen na deze paragraaf:
Een (v,t) diagram aflezen
Afgelegde afstand bepalen vanuit een (v,t) diagram
De versnelling bereken
Omrekenen van m/s naar km/h
Slide 5 - Tekstslide
Wat is een (v,t)-diagram?
(v,t)-diagram staat voor een snelheid-tijd diagram.
De figuur hiernaast is een voorbeeld van een (v-t) diagram
Hier staat op de y-as de snelheid
En op de x-as de tijd.
Je kunt dus aflezen hoe snel iets gaat
op een bepaald tijdstip.
Slide 6 - Tekstslide
In het diagram zie je twee soorten bewegingen. Kijk even goed naar de diagram en beantwoord de volgende vraag.
Slide 7 - Tekstslide
Hoe zou jij de twee soorten bewegingen noemen?
Slide 8 - Open vraag
De naam voor de twee bewegingen zijn:
Eenparig versnelde beweging en een eenparige beweging
Slide 9 - Tekstslide
Eenparig versnelde beweging
Hiernaast zie je nog een voorbeeld van
een (v,t)-diagram van een eenparig
versnelde beweging van een auto.
De versnelling is constant.
Iedere seconde gaat de auto 3 m/s
sneller. De versnelling van de auto is 3 m/s
2
Slide 10 - Tekstslide
Versnelling berekenen
De formule om de versnelling te berekenen is:
a = versnelling in m/s
Δv = verandering van de snelheid in m/s
t = de tijd in s
a=tΔv
2
Slide 11 - Tekstslide
Een fietser versneld in 4 s van 2 naar 8 m/s. Wat is zijn versnelling?
A
1,5 m/s2
B
2 m/s2
C
2,5 m/s2
D
3 m/s2
Slide 12 - Quizvraag
Snelheid
In het dagelijks leven zeggen we vaak hoeveel km/h de auto rijd. Echter in de natuurkunde rekenen we vaak met m/s.
Dit is gelukkig vrij makkelijk naar elkaar om te rekenen.
Slide 13 - Tekstslide
Een auto rijd 65 km/h hoeveel m/s is dit?
A
18 m/s
B
25 m/s
C
69 m/s
D
234 m/s
Slide 14 - Quizvraag
Usain Bolt rent op de 100m sprint een top snelheid van 12,5 m/s. Hoeveel km/h is dat?
A
4 km/h
B
40 km/h
C
45 km/h
D
70 km/h
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Terug naar de (v,t) diagram
Uit een (v,t)-diagram kun je ook gemakkelijk de afstand bepalen die is afgelegd in een bepaalde tijd.
Slide 17 - Tekstslide
Voorbeeld
Hiernaast is een eenparige beweging weergegeven.
Om te bepalen welke afstand is afgelegd, bereken je de oppervlakte onder onder de lijn. s=v*t
In dit geval 10 * 5 = 50 m
Slide 18 - Tekstslide
Voorbeeld
s = v * t / 2
Slide 19 - Tekstslide
Hoe noem je een beweging met een constante versnelling?
Slide 20 - Open vraag
Hoe noem je een beweging met een constante snelheid?
Slide 21 - Open vraag
Zelf aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 1 van het nieuwe hoofdstuk. Deze staat al een tijd in classroom, net boven het vorige hoofdstuk. Download dit bestand ook meteen, dan kunnen we in de fysieke lessen er ook mee aan de slag, zelfs als de wifi niet werkt.