PDG-presentatie ADD/ADHD (Marien, Saskia, Menno, Jana)

ADHD/ADD
Marien, Saskia, Menno en Jana
21 april 2021
PDG Open sep 20

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBO

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

ADHD/ADD
Marien, Saskia, Menno en Jana
21 april 2021
PDG Open sep 20

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze presentatie:
  1. De ADHD/ADD-meditatie 
  2. De ADHD/ADD voorkennis-quiz 
  3. Wat is ADHD/ADD?
  4. Hoe herken je het bij een student?
  5. Hoe houd je er rekening mee als docent?
  6. Relevante bronnen voor jou als mbo-docent.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dierenmeditatie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ADHD/ADD-quiz
Telkens 20 sec. om de vraag te beantwoorden
Let's gooooo!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ADHD?
A
Aandacht tekort Hyperactiviteit stoornis
B
Gedragsstoornis waarbij kinderen heel druk kunnen zijn
C
Attention Deficit Hyperactivity Disorder
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:20
Noem 2 kenmerken van ADHD

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

 De hersenen van mensen met  ADHD  reageren sneller op prikkels
A
Onjuist
B
Juist

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de kenmerken van ADHD?
A
Niet snel verveeld, doet dingen zonder eerst na te denken
B
makkelijk verveeld, rusteloos en nerveus, anderen onderbreken
C
Kan goed stil zitten, kan op zijn beurt wachten

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is ADHD erfelijk bepaald?
A
Nee
B
Ja

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft er geen ADHD?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft er ADHD?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er belangrijk als je een kind met ADHD begeleidt?
A
Geen structuur, geen loopmomenten
B
Structuur, planningen maken, rustige omgeving creëren
C
Extra aandacht geven, gebruik maken van pictogrammen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ADHD/ADD zijn per definitie enkel erfelijk
A
Niet waar
B
Waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gedrag toont een jeugdige met ADHD niet snel? (Imke)
A
Beweeglijkheid
B
Uitstelgedrag
C
Veel praten
D
Een opdracht in één keer afmaken

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ADHD/ADD?
Check de video (1:20 min.) op de volgende sheet...

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ADHD/ADD?

Slide 17 - Tekstslide

*
  • ADHD in gewone mensen taal 
  • ADHD is een afkorting voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. En ik begin maar even met een uitleg in ‘gewone-mensen-taal’: ADHD houdt in dat iemand het op een of andere manier zo druk heeft in zijn hoofd, dat er weinig meer bij kan. En met een vol hoofd kun je het zo druk hebben, dat je daardoor de leerstof van school er niet meer goed bij kunt hebben, dat je niet altijd door hebt wat er tegen je gezegd word of wat er van je verwacht wordt, dat je bijvoorbeeld over grenzen van anderen heen gaat omdat je eigenlijk geen ruimte meer hebt in je hoofd voor aanvoelen en invullen van wensen/gevoelens van anderen. En ook: doordat je zo veel bezig bent met alle prikkels in je hoofd te managen, je niet meer zo goed door hebt wat de rest van je lichaam doet en je dus struikelt, dingen laat vallen, harder slaat dan bedoeld etc. 
  • Ook kan het zijn dat het zo druk is in je hoofd dat je er zelf ook wat gek van wordt, en je onbedoeld afreageert en dus een nogal kort lontje hebt. Verder zijn veel mensen met ADHD ‘triggerhappy’: er hoeft maar iets te gebeuren en ze schieten in actie, snel en vaak ook ondoordacht. Het verschil tussen ADHD en ADD is vooral dat die drukte in je hoofd bij ADHD ook voor anderen zichtbaar is in gedrag (onhandig, druk, snel gedrag). 

  • Bij ADD verdwijnt iemand als het ware in zijn hoofd, lijkt dus van buiten heel rustig maar is het van binnen niet. Binnen de psychiatrie wordt gebruikgemaakt van een aantal formele criteria, die verwoord staan in een handboek. 
 
 



  • Druk, altijd bezig en met van alles tegelijk
  • Stilzitten is lastig
  • Moeite met opletten
  • Lang aan iets werken lukt niet goed
  • Vaak dingen kwijt of vergeet dingen
  • Dromerig
  • Moeite met school
  • Luistert niet altijd
  • Hyperfocus als de student de stof interessant vindt. 
  • Moeite met plannen
  • Verslavingsgevoelig
  • Kan veel praten
  • Sociale problematiek
  • Wanneer een student 1 of meer van deze kenmerken laat zien KAN er sprake zijn van ADHD.  



  • Onrustig en snel afgeleid
  • Verliest zich in onbelangrijke details / taken
  • Ongecensureerde prikkelverwerking (alle prikkels komen binnen, zonder filter)
  • Begrip van instructie en opdracht ontbreekt
  • Moeite met samenwerken
  • Verminderd/ geen tijdsbesef
  • Opdrachten worden niet op tijd ingeleverd / afgerond

Hoe herken je een student met add/adhd?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe houd je er rekening met ADHD/ADD als docent?
  • Bied leerstof aan op verschillende manieren: visueel, auditief, tactielAgenda/planning vaststellen en zichtbaar maken in de klas, bied structuur van buitenaf aan
  • Vooraf hand-outs uitdelenOpdrachten in kleine stukjes verdelen, het liefst 1 opdracht tegelijk.
  • Wissel saaie en interessante taken af
  • Geef duidelijke, korte enkelvoudige instructiesGeef waar mogelijk tussentijds feedback en instructie
  • Terugkoppeling vragen van wat er is besproken / uitgelegd (taken/opdrachten/uitleg): Is het aangekomen en begrepen door de leerling?
  • Geef ruimte om zich af en toe uit te leven in beweging.
  • Bespreek de verwachtingen van gedrag en de consequenties bij onacceptabel gedrag.
  • Verval niet in discussie! Houd het kort.
  • Benoem positief gedrag!
  • Moedig vragen stellen aan.
  • Zie de onmacht, niet de onwil en bespreek dit indien nodig met de klas

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De meest relevante bronnen voor een MBO-docent

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 
     
          Wat is ADHD?
                                                               3 types: 
                                                      - ADHD-I -
                                                                  - ADHD-H -
                                                                  - ADHD-C -

Conclusie van ons onderzoek

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies