BSM SE 1: EHBO/Bewegingsapparaat

Wat zorgt er allemaal voor dat jouw lichaam kan bewegen?
1 / 12
volgende
Slide 1: Open vraag
BSMMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat zorgt er allemaal voor dat jouw lichaam kan bewegen?

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Video

De gewrichtskogel
Deze wordt ook wel gewrichtskop genoemd en beweegt in de gewrichtskom. 
Als je bijvoorbeeld je schouder uit de komt hebt dan betekent dit dat de gewrichtskogel van je opperarmbeen niet meer in de kom zit. 
Gewrichtskapsel
Deze worden ook wel gewrichtsbanden genoemd en zorgen er voor dat het gewricht bij elkaar blijft. 
Als je bijvoorbeeld je schouder uit de kom hebt zijn je gewrichtsbanden opgerekt. 
Kraakbeen
Het kraakbeen zorgt er voor dat de botten minder snel slijten. 
Kraakbeen is wat zachter dan botweefsel. 
gewrichtssmeer
Tussen het kraakbeen van de kop en de kom van het gewricht zit gewrichtssmeer. Dit zorgt er voor dat de botten soepel over elkaar heen glijden. 
de gewrichtskom
Samen met de gewrichtskop of gewrichtskogel vormt de kom het gewricht. Dit zorgt er voor dat de botten kunnen bewegen ten opzichte van elkaar.

Slide 3 - Tekstslide

De vorm van de gewrichtskop en de gewrichtskom bepalen welke beweging gemaakt kan worden. 
Knie gewricht
Dit is een scharnier gewricht. Net als een deur kan de knie slechts 1 kant op.
Heupgewricht
Dit is een kogelgewricht. Een kogel is rond en kan dus zo goed als alle kanten op bewegen. 

Slide 4 - Tekstslide

Waarom is het skelet belangrijk?
A
Het skelet stuurt de spieren aan
B
Het zorgt voor stevigheid
C
Het beschermt belangrijke organen

Slide 5 - Quizvraag

Een gewricht wordt gevormd door twee botten. De volgende onderdelen zitten in een gewricht:
A
Kraakbeen
B
gewrichtssmeer
C
gewrichtskapsel
D
pezen

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Een beweging ontstaat omdat de pees zich samentrekt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Een spier bestaat uit spiervezels die kunnen samentrekken. Spierweefsel zorgt dus voor de beweging.
Een pees zorgt er voor dat de spier aan het bot vast zit. 

Slide 9 - Tekstslide

De spier trekt zich samen door een signaal van de zenuwcellen die in de spier zitten
A
Juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Spieren werken altijd samen
arm buigspier (m. Biceps)
Arm strek spier (m. Triceps)

Slide 11 - Tekstslide

Het bewegingsapparaat

Slide 12 - Tekstslide