§1 Kantelt het economisch wereldbeeld?

§1 Kantelt het economisch wereldbeeld?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§1 Kantelt het economisch wereldbeeld?

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

- Vaardigheden: grafieken
-uitleg PO grafieken gapminder
-Uitleg §1 van H1 Wereldeconomie
- Huiswerk
Vergeet niet inleveren opdracht vandaag 

Slide 2 - Tekstslide

Staafgrafiek
Teken een staafgrafiek op basis van de gegevens in de tabel. Open Excel en voer de gegevens in.
 Zet de titel ‘Groei bbp (% p.j.)’ erboven en geef de procenten weer per land. Geef ook de gegevenstabel weer. 
Zet de grafiek in een apart scherm. 
De staafgrafiek heb je nodig om vraag 2a te beantwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Groei BBP (% p.j.)

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het voordeel van de staafgrafiek boven de tabel?

Slide 5 - Open vraag

Welke conclusies mag je op basis van deze grafiek trekken? Kies de juiste antwoorden.
A
het verschil in BBP/hoofd tussen sub-Sahara en Nederland wordt steeds kleiner
B
economische groei in centrumlanden neemt af.
C
de verschillen in groei tussen de VS en China nemen toe.
D
de waarde van het BBP is in Nederland in 2019 lager dan in 2018.

Slide 6 - Quizvraag

Bekijk figuur 2.
Kies het juiste woord.
Zuid-Korea behoort in de wereldeconomie volgens figuur 2A tot de
A
centrumlanden
B
semi-periferie
C
periferie

Slide 7 - Quizvraag

De beroepsbevolking van Zuid-Korea telt 25 miljoen mensen. Hoeveel mensen werken in Zuid-Korea in de dienstensector?

Slide 8 - Open vraag

Wat is in figuur 2B het basisjaar waaraan de de ontwikkelingen van de Afrikaanse bevolking zijn gekoppeld?




Wat is in figuur 2B het basisjaar waaraan de ontwikkelingen van de Afrikaanse bevolking zijn gekoppeld? Het jaar

Slide 9 - Open vraag

Wat is het voordeel om de ontwikkelingen op deze manier weer te geven in plaats van met een tabel?

Slide 10 - Open vraag

Hoeveel procent werkt in figuur 2C in 1990 in de landbouw?
A
10
B
15
C
20
D
25

Slide 11 - Quizvraag

Leerdoelen §1
- Je weet waarom het economisch wereldbeeld kantelt;
- Je begrijpt het verband tussen globalisering en de verschuiving van de handelspatronen;
- Je kunt aan de hand van een kaart uitleggen hoe het toekomstig economisch wereldbeeld er misschien uit komt te zien.

Slide 12 - Tekstslide

Economisch
wereldbeeld

Slide 13 - Woordweb

Goederenproductie op drift
- 1990: ongeveer 70% van de goederen werden gemaakt in westerse landen. Tegenwoordig gaan veel mno's naar BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China & Zuid-Afrika). Dit komt door twee redenen:
  1. Bedrijven (multinationals =mno's) verplaatsen hun industrie naar lagelonenlanden. Met als gevolg dat bijv. in de VS de banen in 1990 daalden. 
  2. Door toenemende koopkracht, groeit in de opkomende landen de afzetmarkt

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

De rijkste landen worden ook wel .............genoemd.
A
semi-periferie
B
centrumlanden
C
periferie

Slide 17 - Quizvraag

een semi periferie is een land die zich in korte tijd heeft ontwikkelt en snel groeit in de economie
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Een periferie land is een land die heel arm is en achterblijven in economie en ontwikkeling
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Handelspatronen verschuiven
  • Na 1980 verschuift de wereldhandel van centrum landen naar landen in de periferie en voornamelijk de semiperiferie (BRICS-landen). 

Daarnaast neemt de wereldhandel toe, dit komt doordat:
1. De productieketen (de weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct) wordt opgedeeld.
2. Transport sneller en goedkoper is geworden.
3. Handelsgrenzen steeds meer verdwijnen, ter bevordering van de wereldhandel --> Dit regelt de WTO (Wereldhandelsorganisatie). 

           Gebieden blijven met elkaar in verbinding, ofwel: globalisering

Slide 20 - Tekstslide

Productieketen:
A
De weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct.
B
De keten aan grondstoffen die nodig zijn om een product te maken.
C
De plekken waar het product allemaal langskomt.

Slide 21 - Quizvraag

De opdeling van de productieketen zorgt dus voor ......
A
een toename van de wereldhandel
B
een afname van de wereldhandel

Slide 22 - Quizvraag

Welke verklaringen kun je geven voor het feit dat globalisering steeds sneller gaat.
A
Sneller transport en communicatiemiddelen, minder handelsgrenzen
B
Snellere wifi, minder belasting en betere handel
C
Sneller transport en containervervoe en meer handelsgrenzenr
D
Meer mensen, beter internet en klimaatverandering

Slide 23 - Quizvraag

Wat wil de Wereldhandelsorganisatie?
A
Een zo vrij mogelijke wereldmarkt
B
Meer importheffingen
C
Eigen markt te beschermen
D
Meer subsidies

Slide 24 - Quizvraag

Global shift
  • Rijke landen spelen nog steeds een rol in de wereldeconomie, maar opkomende landen nemen een steeds grotere rol in. Het economisch zwaartepunt verschuift, dit heet global shift. Het is een verschuiving van gebieden rond Europa, VS, Australië naar Zuid/Oost-Azië.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Huiswerk
Blz. 10 werkboek maken vraag 4, 5 en 6 en de box global shift




Slide 27 - Tekstslide