Je leert een passende maateenheid kiezen in een situatie.
Je leert meetinstrumenten aflezen.
Slide 3 - Tekstslide
Weet je nog?
Slide 4 - Tekstslide
Een passend meetinstrument en maateenheid
Iedere situatie waarin je meet, vereist een passend meetinstrument. Welke meetinstrument hoort bij welke grootheid? En welke maateenheid hoort daar dan bij?
maatbeker tijd
klok inhoud
duimstok lengte
fietspomp gewicht
weegschaal luchtdruk
timer
1:00
Slide 5 - Tekstslide
Een passend meetinstrument en maateenheid
Iedere situatie waarin je meet, vereist een passende maateenheid. Welke maateenheid hoort bij welke grootheid?
maatbeker: inhoud --> bv liter
klok: tijd -->bv uren
duimstok: lengte --> cm
fietspomp: luchtdruk --> bar
weegschaal: gewicht --> kg
Slide 6 - Tekstslide
Meetinstrumenten aflezen
Bij het aflezen van meetinstrumenten kijk je goed naar de aanwijzingen op het instrument.
Vaak kun je met schatten de eenheid bepalen.
Veelvoorkomende meetinstrumenten zijn:
een thermometer, liniaal, rolmaat, weegschaal, maatbeker.
Slide 7 - Tekstslide
Op deze foto kun je aflezen hoeveel regen afgelopen week is gevallen. Gemiddeld valt er 780mm regen per jaar.
Hoeveel regen valt er gemiddeld per week?
Hoeveel regen is er de afgelopen week gevallen?
Hoeveel regen is er afgelopen week meer gevallen dan gemiddeld?
Slide 8 - Tekstslide
Op deze foto kun je aflezen hoeveel regen afgelopen week is gevallen. Gemiddeld valt er 780mm regen per jaar.
Hoeveel regen valt er gemiddeld per week? 15mm
Hoeveel regen is er de afgelopen week gevallen? 26mm
Hoeveel regen is er afgelopen week meer gevallen dan gemiddeld? 11mm