01

Basic rules
  • We do our work when we should
  • We are silent during explanations and raise our hands for questions
  • Our phone is in our "zakkie" on the corner of our table
  • We don't eat, drink, or chew gum in class
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basic rules
  • We do our work when we should
  • We are silent during explanations and raise our hands for questions
  • Our phone is in our "zakkie" on the corner of our table
  • We don't eat, drink, or chew gum in class

Slide 1 - Tekstslide

Money I
HV2

Slide 2 - Tekstslide

How do you feel today?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

To do:
  • Start ticket
  • Instruction: will, shall and going to
  • Work: assignments from the handout
  • Discussion 
  • Exit ticket

Can do:
  • You know the difference between will, shall and to be going to.
  • You can use will, shall and to be going to to talk about future events. 

Slide 4 - Tekstslide

Start ticket: What are your plans for the weekend?
timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video

Grammar: Future – will / shall 
Je gebruikt de toekomende tijd will / shall + hele werkwoord als iets in de toekomst gaat gebeuren. Het gaat dan om simpele verwijzingen naar de toekomst of om iets wat spontaan besloten wordt zonder dat het is gepland of vastgelegd.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Grammar: Future – will / shall 
Let op! Bij vragen moet je bij I en we shall gebruiken. Bij bevestigende en ontkennende zinnen mag je bij I en we shall gebruiken.

Slide 10 - Tekstslide

Morning Moshe, I ----- arrive around 10 am.
timer
0:10
A
will
B
shall
C
both

Slide 11 - Quizvraag

------- I ask Dan and Jabar, too? Is that OK with you?
timer
0:10
A
Will
B
Shall
C
both

Slide 12 - Quizvraag

Sure, it ------- be nice to see them again. It's been ages.
timer
0:10
A
will
B
shall
C
both

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Grammar: Future – to be going to
Je gebruikt de tegenwoordige tijd van to be (am / is / are) + going to + hele werkwoord om aan te geven wat iemand van plan is of wat zeker zal gebeuren.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

These guys ............ (stay) in a hostel tonight.
timer
0:10

Slide 17 - Open vraag

I ................ (visit) a girl I met in Boston last year.
timer
0:30

Slide 18 - Open vraag

Work
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Exit ticket: Name three things you have learnt today.
timer
1:00

Slide 20 - Open vraag

Exit ticket: Name two things you are still curious about.
timer
1:00

Slide 21 - Open vraag

Exit ticket: Ask one question about future simple.
timer
1:00

Slide 22 - Open vraag