3B Opdracht een krant maken

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Doddema
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Doddema

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 
  • Telefoon op stil in de telefoontas of in je eigen tas.
  • Ga rustig zitten.
  • Pak je boek.
  • Zodra de les start luister je naar de docent en ben je stil.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
  • Jullie gaan ieder een nieuwsartikel schrijven.
  • Daarna gaan we groepjes vormen voor een krant.
Doelen

  • Je leert hoe je een tekst moet  schrijven met een bepaald doel.
  • Oefenen voor opdracht "Maak een krant"

Slide 3 - Tekstslide

Tekstdoelen
Informeren
Uitleggen
Mening geven
Overtuigen
Amuseren
Activeren

Slide 4 - Tekstslide

Een krant maken
  • Jullie gaan in groepjes van drie zelf een krant schrijven met zes artikelen.
  • Dit is voor een cijfer die  meetelt voor jullie schoolexamens volgend jaar.

Slide 5 - Tekstslide

Nieuwsbericht schrijven
Voorbereiding: Bedenk waar je een artikel over wil schrijven (het onderwerp). Schrijf dit op. Zoek daarna informatie op over je onderwerp. 

Schrijf een artikel van minimaal 250 woorden en maximaal 500 woorden.


Slide 6 - Tekstslide

Nieuwsbericht schrijven
F

Slide 7 - Tekstslide

Opbouw nieuwsbericht:
– titel (kop)
– naam verslaggever of ‘van onze verslaggever’;
– plaatsnaam
– vetgedrukte eerste alinea met hoofdzaken (de lead)
– middenstuk, verdeeld in alinea’s
– slot (ontbreekt meestal).

Slide 8 - Tekstslide

Een goede kop maken
  • Zegt in een zin waar het artikel overgaat
  • Is uitnodigend
  • Is duidelijk
  • Is netjes

Slide 9 - Tekstslide

De opdracht
In deze opdracht maken jullie een krant met zes verschillende teksten. Elke tekst heeft een ander tekstdoel: informeren, uitleggen, mening geven, overtuigen, amuseren of activeren.

Je mag zelf weten waar je over schrijft.


Slide 10 - Tekstslide

Volgende les
Volgende les: 

Slide 11 - Tekstslide