H3.2 Winst of verlies deel 1

H3.2 Winst of verlies?
6.3 Winst of verlies?
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3.2 Winst of verlies?
6.3 Winst of verlies?

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
15 min - Herhalen H3.1
15 min - Uitleg H3.1
15 min - Aan de slag met H3.1 en rekenopdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen H3.1

Slide 3 - Tekstslide

Om te produceren zijn productiefactoren nodig. Welke productiefactoren zijn er?
A
Kapitaal, Arbeid, Natuur en Omzet
B
Kennis, Arbeid, Natuur en Omzet
C
Kapitaal, Arbeid, Natuur en Ondernemerschap
D
Kennis, Arbeid, Natuur en Ondernemerschap

Slide 4 - Quizvraag

De beloning van ondernemerschap is winst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Investeren is:
A
Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen
B
Het kopen van nieuwe consumptiegoederen
C
Het in dienst nemen van geschoolde werknemers
D
Het in dienst nemen van ongeschoolde werknemers

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een afschrijving?
A
waardevermeerdering
B
boekwaarde
C
restwaarde
D
waardevermindering

Slide 7 - Quizvraag

Vaste kosten
Variabele kosten
Afschrijving machines
Huur gebouw
Lonen van personeel in vaste dienst
Kosten grondstoffen
Bezorgkosten

Slide 8 - Sleepvraag

De kostprijs per product
A
De kosten die je gemiddeld hebt voor het maken van één product
B
De kosten die je maakt voor het maken van producten
C
De kosten die je maakt voor één product
D
De kosten die je maakt voor alle producten samen.

Slide 9 - Quizvraag

Wat ga je leren in H3.2?
  • Je kunt de verkoopprijs berekenen.
  • Je kunt de consumentenprijs berekenen.
  • Je kunt de brutowinst en het nettoresultaat berekenen.
  • Je kunt terugrekenen van de consumentenprijs naar de prijs exclusief btw.



Slide 10 - Tekstslide

1. Hoe bereken je de verkoopprijs?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

  • inkoopprijs
  • brutowinst  +
  • verkoopprijs

€ 0,80
€ 0,40  +
€ 1,20
De inkoopprijs is € 0,80. De brutowinst opslag is 50% van de inkoopprijs.
Bereken de verkoopprijs
Voorbeeld Verkoopprijs
50% van 0,80 = 0,40

Slide 13 - Tekstslide

2. Hoe bereken je de consumentenprijs

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat betaalt de consument?
Inkoopprijs
Brutowinstopslag +
Verkoopprijs
Btw                             + 
Consumentenprijs

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

3. Hoe bereken je de brutowinst en nettoresultaat?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

4. Terug te rekenen van de consumentenprijs naar de prijs exclusief btw

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Opdrachten maken
H3.2 Opdracht 1 t/m 7

Rekenen opdracht 3 en 4

Slide 25 - Tekstslide