4.1 Stofeigenschappen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

4.1 Stofeigenschappen

Leerdoelen H4.1

4.1.1 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een mengsel en een zuivere stof.

4.1.2 Je kunt met voorbeelden toelichten hoe je stoffen van elkaar kunt scheiden.

4.1.3 Je kunt beschrijven wat er met de moleculen gebeurt als je een stof zuivert.

4.1.4 Je kunt vijf stofeigenschappen benoemen en stoffen daarmee van elkaar onderscheiden.

4.1.1 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een mengsel en een zuivere stof.

Zuivere stoffen en mengsels

Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen (1 stof)

Een mengsel bestaat uit meerdere soorten moleculen (meerdere stoffen)

Zuivere stof

Suiker

Meel

Zout

Goud

Diamant

Mengsels

Cola

Koffie

Deo

Zeep

Crème

4.1.2 Je kan met voorbeelden uitleggen hoe je stoffen van elkaar kan scheiden.

4.1.3 Je kan beschrijven wat er met de moleculen gebeurt als je een stof zuivert.

Scheiden van mengsels 

Het scheiden van mengsels in zuivere stoffen

Bezinken 

Filtreren

Indampen

Destilleren

Extraheren

Adsorberen

Filtreren

• Scheidingsmethode: Filtreren
• Stofeigenschap: Deeltjesgrootte 
• Soort mengsel: Suspensie 

Indampen

• Scheidingsmethode: Indampen
  
• Stofeigenschap: Kookpunt
  
• Soorten mengsels: Oplossingen

4.1.4 Je kan 5 stofeigenschappen noemen en daarmee stoffen van elkaar onderscheiden.

Wel stofeigenschappen:

• Brandbaarheid
• Geur
• Kleur
• Smaak
• Fase (bij kamertemp.)
• Kookpunt
• Smeltpunt
• Oplosbaarheid in water
• Elektrische geleiding
• Dichtheid

Geen stofeigenschappen:

• Temperatuur
• Vorm
• Massa
• Volume

Zelfstandig werken

• Wat: maken opdracht 1 t/m 13 van §4.1
• Tijd: 20 minuten

Onthouden H4.1

•  Je hebt zuivere stoffen en mengsels. In een zuivere stof zit één soort moleculen. In een mengsel zitten minimaal twee soorten moleculen.
  
•  Mengsels kun je zuiveren door scheidingsmethoden te gebruiken. Voorbeelden van scheidingsmethoden zijn filtreren en indampen. Bij het scheiden van stoffen sorteer je moleculen.
  
•  De eigenschappen van een stof kun je alleen vaststellen door de zuivere stof te bekijken en te onderzoeken. Alleen dan weet je zeker of de onderzochte eigenschappen echt bij die ene stof horen.
  
•  Enkele stofeigenschappen zijn geur, kleur, oplosbaarheid, elektrische geleiding en dichtheid.

Maak opdracht 1, 3, 6, 9  en 11

Maak opdracht 2, 4, 5 en 8

Maak opdracht 7 en 10

Wat vinden jullie van deze manier van werken? Moeten we dit vaker doen of juist niet?