330 les 2: 1.1 / Breuken, procenten en decimale getallen - 3M



● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: Vk1
● Uitleg: 1.1
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
op tafel.
Laptop 
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
Accepteer deze les in LU
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
Wiskunde Middelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les



● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: Vk1
● Uitleg: 1.1
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
op tafel.
Laptop 
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
Accepteer deze les in LU

Slide 1 - Tekstslide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Leerdoelen
Je kunt een deel van het geheel berekenen m.b.v. breuken.

Je kent een aantal standaardbreuken, en de percentages
 en decimale getallen hier bij.

Je kunt breuken, decimale getallen en percentages omrekenen
 en dit toepassen om aan te geven welk getal groter is.

Je kunt breuken vereenvoudigen.

Je kunt breuken gebruiken in combinatie met de rekenmachine.







H1: Procenten
VK Breuken en procenten
1. Breuken, procenten en
    decimale getallen
2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten
5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

H6: Verschillende verbanden
VK Machten en wortels
1. Periodieke verbanden
2. Kwadratische verbanden
3. De top van een parabool
4. Wortelverbanden
5. Machtsverbanden

 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Loonverhoging
Bedrag  in €

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Loonverhoging
Bedrag  in €
4,25

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Loonverhoging
Bedrag  in €
4,25
7

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Loonverhoging
Bedrag  in €
4,25
7

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Loonverhoging
Bedrag  in €
4,25
7
1
X

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Loonverhoging
Bedrag  in €
4,25
7
1
X

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Loonverhoging
Bedrag  in €
4,25
7
1
X
: 100

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Loonverhoging
Bedrag  in €
4,25
7
1
X
: 100

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Loonverhoging
Bedrag  in €
4,25
7
1
X
: 100
: 100

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Loonverhoging
Bedrag  in €
4,25
7
1
X
: 100
: 100
x 7
x 7

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Loonverhoging
Bedrag  in €
4,25
7
1
X
: 100
: 100
x 7
x 7
4,25 :100 x 7 =  

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Loonverhoging
Bedrag  in €
4,25
7
1
X
: 100
: 100
x 7
x 7
4,25 :100 x 7 = 0,2975


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Loonverhoging
Bedrag  in €
4,25
7
? 0,2975
1
X
: 100
: 100
x 7
x 7
4,25 :100 x 7 = 0,2975


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Loonverhoging
Bedrag  in €
4,25
7
? 0,2975
1
X
: 100
: 100
x 7
x 7
4,25 :100 x 7 = 0,2975

Dus ongeveer € 0,30 verhoging per uur. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1A: Deel berekenen
In een klas zitten 24 leerlingen. Hiervan hebben er 3 een bril. 



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1A: Deel berekenen
In een klas zitten 24 leerlingen. Hiervan hebben er 3 een bril. 

Dit is            deel

243

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1A: Deel berekenen
In een klas zitten 24 leerlingen. Hiervan hebben er 3 een bril. 

Dit is            deel, ofwel       deel.


243
81

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1A: Deel berekenen
In een klas zitten 24 leerlingen. Hiervan hebben er 3 een bril. 

Dit is            deel, ofwel       deel.

Hoeveel procent is dit? 


243
81

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1A: Deel berekenen
In een klas zitten 24 leerlingen. Hiervan hebben er 3 een bril. 

Dit is            deel, ofwel       deel.

Hoeveel procent is dit? 
  
       deel van 100% = 


243
81
81

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1A: Deel berekenen
In een klas zitten 24 leerlingen. Hiervan hebben er 3 een bril. 

Dit is            deel, ofwel       deel.

Hoeveel procent is dit? 
  
       deel van 100% = 100 : 8 = 


243
81
81

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1A: Deel berekenen
In een klas zitten 24 leerlingen. Hiervan hebben er 3 een bril. 

Dit is            deel, ofwel       deel.

Hoeveel procent is dit? 
  
       deel van 100% = 100 : 8 = 12,5 %


243
81
81

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1A: Deel berekenen
In een klas zitten 24 leerlingen. Hiervan heeft      deel een spijkerbroek aan. Hoeveel leerlingen hebben een spijkerbroek?



43

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1A: Deel berekenen
In een klas zitten 24 leerlingen. Hiervan heeft      deel een spijkerbroek aan. Hoeveel leerlingen hebben een spijkerbroek?

     deel van 24 = 24 : 4 = 6 leerlingen





43
41

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1A: Deel berekenen
In een klas zitten 24 leerlingen. Hiervan heeft      deel een spijkerbroek aan. Hoeveel leerlingen hebben een spijkerbroek?

     deel van 24 = 24 : 4 = 6 leerlingen

     deel van 24 = 24 : 4 x 3 = 18 leerlingen. 



43
41
43

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1A: Deel berekenen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1A: Deel berekenen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1A: Deel berekenen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1A: Deel berekenen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rosalyn koopt samen met haar drie zussen een dvd-recorder van €360,-.
Ze betalen allemaal evenveel.
Welk deel betaalt Rosalyn?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rosalyn koopt samen met haar drie zussen een dvd-recorder van €360,-.
Ze betalen allemaal evenveel.
Hoe bereken je hoeveel Rosalyn moet betalen?
Zonder rekenmachine

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rosalyn koopt samen met haar drie zussen een dvd-recorder van €360,-. Hun moeder biedt ook aan mee te betalen.
Ze betalen allemaal evenveel.
Welk deel betaald Rosalyn nu?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rosalyn koopt samen met haar drie zussen een dvd-recorder van €360,-. Hun moeder biedt ook aan mee te betalen.
Ze betalen allemaal evenveel.
Welk deel betalen Rosalyn en haar moeder nu samen?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rosalyn koopt samen met haar drie zussen een dvd-recorder van €360,-. Hun moeder biedt ook aan mee te betalen.
Ze betalen allemaal evenveel.
Hoeveel betalen Rosalyn en haar moeder nu samen?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1.1B: Breuken, decimale getallen en procenten
Schrijf in je schrift!
31
0,333...
33,3 %

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke horen bij elkaar?
10%
25%
50%
100%
66,7%
= 1
= 2/3
= 0,1
= 1/2
= 1/4

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.1C: Breuken vereenvoudigen

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

    5                    8

   10                   8

5,701              5,107

0,25               

             

41
73
21
Zet het juiste teken tussen de getallen.
...
...
...
...
...
<
<
<
<
<
>
>
>
>
>
=
=
=
=
=

Slide 41 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.1D: Breuken met de rekenmachine





Op de casio FX gebruik je de toets a b/c

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Besproken leerdoelen
Je kunt een deel van het geheel berekenen m.b.v. breuken.

Je kent een aantal standaardbreuken, en de percentages
 en decimale getallen hier bij.

Je kunt breuken, decimale getallen en percentages omrekenen
 en dit toepassen om aan te geven welk getal groter is.

Je kunt breuken vereenvoudigen.

Je kunt breuken gebruiken in combinatie met de rekenmachine.







H1: Procenten
VK Breuken en procenten
1. Breuken, procenten en
    decimale getallen
2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten
5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

H6: Verschillende verbanden
VK Machten en wortels
1. Periodieke verbanden
2. Kwadratische verbanden
3. De top van een parabool
4. Wortelverbanden
5. Machtsverbanden

 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maken van H1:
Paragraaf 1.1 volgens jouw leerroutes

Nakijken en verbeteren:
Huiswerk van H1 tot nu toe.






timer
4:00
Achter de les
Testopgaven 
A -> blz 13
B -> blz 17
C -> blz 19 
D -> blz 21

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies