Grammar 2: Comparisons and Superlatives

Today
1. Homework check 
(Grammarreader page 17, 18, 19)

2. Grammar 2: Comparisons + Superlatives
(Uitleg + oefeningen in deze LessonUp)

3. Homework time
TO DO:



- Test Grammar 2
16 November (testweek)

- Test Exam Words 2
27 November
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Today
1. Homework check 
(Grammarreader page 17, 18, 19)

2. Grammar 2: Comparisons + Superlatives
(Uitleg + oefeningen in deze LessonUp)

3. Homework time
TO DO:



- Test Grammar 2
16 November (testweek)

- Test Exam Words 2
27 November

Slide 1 - Tekstslide

Uitleg
Vorige week heb je uitleg gehad over de Future (toekomst) in het Engels. Je had hier ook huiswerk over.

Dit is één van de onderwerpen van je Grammartoets in de toetsweek. 

We gaan nu verder met een 2e onderdeel: De vergelijkende en overtreffende trap

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Comparatives and superlatives
Trappen van vergelijking
- Comparative: vergrotende trap
- Superlative: overtreffende trap
Box A is small.
Box B is smaller than box A.
Box C is the smallest of all.
A
B
C

Slide 4 - Tekstslide

Comparatives and superlatives
Woorden van 1 lettergreep:
- Comparative: -er
- Superlative: -est
old
older
oldest

Slide 5 - Tekstslide

Woorden van 2 lettergrepen
Woorden van 2 lettergrepen die eindigen op le/er/ow/y/some krijgen ook
 +er  / + est

Yellow - yellower than - the yellowest
Gentle - gentler than - the gentlest

Let op! Woorden die eindigen op een medeklinker + y krijgen IER/IEST
Happy - happier than - the happiest 

Slide 6 - Tekstslide

Comparatives and superlatives
Woorden van 3 lettergrepen of meer:
- Comparative: more
- Superlative: the most
expensive
more expensive
the most expensive

Slide 7 - Tekstslide

Een aantal woorden van 2 lettergrepen krijgen ook more en most

bijvoorbeeld:

famous - more famous - the most famous

boring - more boring - the most boring

Slide 8 - Tekstslide

Uitzonderingen:
Veel = many - more than - the most
Weinig = little - less than - the least
Slecht = bad - worse than - the worst
Goed = good - better than - the best

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden:
----------------->

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Practice

Slide 13 - Tekstslide

My house is (big)
...
than yours.

Slide 14 - Open vraag

What is your (bad) ...... subject at school?

Slide 15 - Open vraag

This is the (interesting) ....
book I have ever read.

Slide 16 - Open vraag

Who is the (rich) ...
woman on earth?

Slide 17 - Open vraag

The (little) ..... you can do is study for your test!

Slide 18 - Open vraag

The weather this summer is even (bad)
... than last summer.

Slide 19 - Open vraag

Who is the (good) ..... footballplayer in the world?

Slide 20 - Open vraag

This flower is (beautiful)
... than that one.

Slide 21 - Open vraag

A holiday by the sea is (good) ...
than a holiday in the mountains.

Slide 22 - Open vraag

Homework:

Grammarreader page 20 t/m 23

Slide 23 - Tekstslide